Biochemische technieken (2007-2008)

De cursus biochemische technieken bestaat uit twee delen. In het deel chromatografische scheidingsmethoden worden eerst de algemene principes behandeld. Vervolgens worden voor de verschillende soorten chromatografie het principe van de scheiding, de apparatuur en mogelijke toepassingen uitgelegd. Speciale aandacht gaat naar HPLC en elektroforese. Het deel radionucliden behandelt het verval van radionucliden en de eigenschappen en de detectie van radioactieve straling. Het biologische effect van ioniserende straling en de toepassingen van radionucliden voor diagnostische en therapeutische doeleinden sluiten dit deel af.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
Toelichting:
- De studenten kunnen van de verschillende chromatografische scheidingsmethoden de principes uitleggen, de opbouw van de apparatuur weergeven en de technische uitvoering van een scheiding beschrijven. - De studenten kunnen de toepassing van de technieken in een biochemisch scheidingsprobleem weergeven en evalueren. - De studenten kunnen de interactie van straling met materie classificeren en de effecten beschrijven in functie van moleculen, weefsels en organen. - De studenten kunnen de detectiemethoden beschrijven en kunnen de te nemen veiligheidsmaatregelen bij het diagnostisch en laboratoriumgebruik aangeven en verklaren. - De studenten kunnen toepassingen (van labeling en toediening tot detectie) in de biochemie, fysiologie, farmacologie, moleculaire biologie en de geneeskunde aangeven en uitleggen. Extra competentie - De studenten kunnen een scheidingsschema voorstellen, rekening houdend met de specifieke sterkte en de complementariteit van de (chromatografische) scheidingsmethoden.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

competenties uit biochemie en uit analytische chemie

A. Type

  • handboek
  • cursus
  • materiaal op WWW

B. Verplichte leermiddelen

- Biochemische technieken deel 1: chromatografische technieken, W. Colen, 2003, 109p, - Biochemische technieken: HPLC, 52p - SPE Theory, Supelco, Ordering and Customer Service, p 352-353 - Biochemische technieken: Elektroforese, 17p - Native PAGE, Separation Technique File No. 120, PhastSystemTM, Amersham PharmaciaBiotech, ed.AB, 80-1311-96, 3p - SDS-PAGE, Separation Technique Tile No 110; PhastSystemTM, Pharmacia; 80-1311-95, 3p - Detection of abnormal hemoglobine using PhastGel Dry IEF, Application Note 377; PhastSystem, Amersham PharmaciaBiotech, Ed. AB, 18-1022-74, 6p

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk

B. Omschrijving

Voor het onderdeel radionucliden wordt er een werkje gemaakt per 2 studenten. Hierin wordt een toepassing van radionucliden in de medische, farmaceutische of voedingssector besproken. Studenten kunnen zelf het onderwerp kiezen. Voor de uitwerking wordt vakliteratuur geraadpleegd. Het werk resulteert in een rapport.

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen
  • paper/werkstuk

B. Omschrijving

Het deel radionucliden wordt schriftelijk ondervraagd. Diverse soorten vragen komen aan bod nl. definities formuleren, uitspraken beoordelen op hun juistheid, uitspraken verklaren, open vragen. Dit examen vindt plaats vóór de normale examenreeks. De onderdelen chromatografie, HPLC en elektroforese worden mondeling geëvalueerd. Drie hoofdvragen worden gesteld. Extra toelichting wordt gevraagd via bijvragen en via een aantal kleinere vragen worden delen van de cursus die niet in de grote vragen aan bod komen overlopen. Via de grote vragen wordt steeds een principe van een techniek, apparatuur en een toepassing onder de loep genomen. Het werkje moet beantwoorden aan de criteria die ook voor het eindwerk van toepassing zijn: duidelijk gestelde doel/vraag, voldoende gedocumenteerde tekst, goed weergegeven referenties, verzorgde lay-out en taal. Het werkje maakt deel uit van het examen over radionucliden. Tijdens de contacturen krijgen de studenten de gelegenheid tot het stellen van vragen. De concretisering van de beoogde competenties wordt beschikbaar gesteld via toledo. Tijdens het groepswerk is er voortdurend de mogelijkheid om informatie of hulp te vragen. Informatie over het uitwerken van een project zijn normaal gezien gekend vanuit projecten die doorgaan in het eerste en het tweede jaar. De informatie ivm informatievaardigheden uit het eerste jaar is nog nuttig voor het uitwerken van het project.
OA:
06021300
Code:
06021300
Vakcoördinator:
Rina Thys
Semester:
1
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands