In deze module worden bijzondere vraagstukken uit de gezinssociologie benaderd. Daarnaast komen actuele en innoverende tendensen uit de hulpverlening aan bod waarbij veel aandacht gaat naar het gezin en de gezinscontext. Nadruk ligt op het generalistisch perspectief en op de methodische implementatie voor het maatschappelijk werk op de hulpverlening. De hulpvrager wordt begrepen vanuit zijn context en vanuit de interactie tussen persoon en omgeving. De student wordt actief gericht op emancipatie en empowerment van hulpvragers. De beroepsbekwaamheid van de MA wordt in de toepassing van de diverse methoden verder ontwikkeld.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 De MA kan interacties tussen mensen in hun context beschrijven en analyseren vanuit een generalistisch perspectief.
- C03 De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten.
Toelichting:
C2. De MA kan interacties tussen mensen in hun context beschrijven en analyseren vanuit een generalistisch perspectief.
C2.1 De MA beschrijft en analyseert sociale situaties integraal.
C2.2 De MA rapporteert zo, dat hij de informatie voor alle betrokkenen verstaanbaar, acceptabel en betekenisvol kan maken.
C3. De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten.
C3.1 De MA werkt methodisch verantwoord aan verandering
C3.2 De Ma werkt wetenschappelijk en praktijktheoretisch verantwoord aan verandering C3.3 De Ma kan elke stap in zijn methodisch handelen kritisch verantwoorden tav. zichzelf, zijn doelgroep en zijn collega's
C3.4 De Ma ontwikkelt de kwaliteit van zijn agogisch handelen doelbewust
C5. De MA handelt vanuit een kritische reflectie op de wisselwerking tussen het eigen werk, het werkveld en het breder maatschappelijk kader.
C5.1 De MA houdt in zijn handelen rekening met de maatschappelijke betekenis van zijn werk.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De studenten beheersen de basismethodiek hulpverlening. Authenticiteit en de fundamentele waarden van het beroep.
A. Type
- cursus
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
Vandersmissen Carine, 2006, Thema's uit de hulpverlening, begeleidingswerk, Niet gepubliceerde cursus, KH Kempen, Geel. - Oefenmateriaal - Casussen - eigen stage-ervaringen en stage-impulsen van studenten
Gysen Katelijne, 2006, Thema´s uit de hulpverlening: gezinssociologische benadering, Niet gepubliceerde cursus, KH Kempen, Geel
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
B. Omschrijving
Schriftelijk examen over de verplichte thema's, mondeling examen over de keuzethema's.
Proefexamen over de verplichte thema's.
Andere vakdocent: Jan Brodala