Sinds het schooljaar 2004-2005 is het vak Frans verplicht in alle Vlaamse scholen vanaf het 5de leerjaar in de basisschool. Tevens hebben alle scholen de mogelijkheid om reeds vanaf de kleuterklas initiatielessen in een tweede taal te geven, bij voorkeur het Frans. Het ziet ernaar uit dat het vreemdetaalonderwijs in de basisschool alleen maar aan invloed zal toenemen de komende jaren. De student verwerft de vakkennis, vaardigheden en attitudes om Frans te kunnen geven in de basisschool. Het opleidingsonderdeel komt expliciet in het curriculum van het 1ste en het 2de jaar van de opleiding. In het derde jaar van de opleiding komt het vak Frans niet meer geïsoleerd aan bod, maar geïntegreerd in alle modules. In het eerste jaar is Frans een semestervak dat in het tweede semester wordt gegeven. In het eerste jaar van de opleiding staan de beheersing van de basiskennis, een eerste kennismaking met de vakdidactiek en een op peil houden van de eigen mondelinge en schriftelijke beheersing van de Franse taal centraal. |
|
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen weet de student dat hij een totaal nieuw vak aanleert. Met behulp van de op de markt zijnde taalmethodes selecteert hij inhouden, werkvormen en groeperingsvormen én verwerkt hij die op een creatieve, persoonlijke manier. Hij koppelt dit alles aan de doelstellingen van het Leerplan.
Als inhoudelijk expert beheerst hij perfect de basisinhouden Frans van de lagere school. Hij is in staat om deze foutloos over te brengen aan kinderen van de lagere school in woordenschat-, spraakkunst- en vaardigheidslessen. Daarnaast kan hij zich mondeling en schriftelijk voldoende goed behelpen in een Franstalig milieu.
Als cultuurparticipant kan de student relevante informatiebronnen raadplegen om zijn interesseveld rond Frankrijk en de Franstalige wereld te verruimen. Tevens blijft hij op de hoogte van de actualiteit in de Franstalige wereld.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Inhoudelijk heeft de student al een bepaalde voorkennis van de Franse taal. Hij beheerst de inhouden en vaardigheden van het Frans, nodig om in de basisschool Franse lessen te kunnen geven.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Handboek : Raes M.-A., Grammaire Trajet, Pelckmans, 2004
Christiaens E., Exercices Trajet, Pelckmans, 2004
Het elektronische leerplatform Toledo, waar de leesteksten worden geplaatst én de audioversie ervan, en waar de concrete lesinhoud van elk contactuur op voorhand wordt meegedeeld.
Syllabus van de docent.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- elektronisch leerplatform
B. Omschrijving
Didactiek in begeleide zelfstudie en hoorcolleges.
Grammatica en woordenschat in oefenpractica en elektronisch leerplatform.
Communicatievaardigheid en cultuurverrijking in groepswerk en oefenpracticum.
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- paper/werkstuk
B. Omschrijving
Taak/Werkstuk (40%)
Mondeling examen (20%)
Schriftelijk examen (40%)
Niet-correct schriftelijk en mondeling taalgebruik kan leiden tot een aftrek van 10% van het maximum te behalen punten.
Studenten kunnen extra oefeningen maken, beschreven op het elektronisch leerplatform. Tijdens differentiatie-uren krijgen de studenten oefenkansen naar eigen behoefte.