De vakinhoud omvat de volgende onderwerpen:
- De student leert vakspecifieke vaardigheden zoals microscopie, dissecties, determinaties en experimenten gebruiken en toepassen
- De student kan het leerplan en de eindtermen correct gebruiken
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
Toelichting:
De student kan vakspecifieke werkvormen kiezen om lesinhouden optimaal te verwerken
Hij kan een degelijke gestructureerde lesvoorbereiding uitschrijven
Hij kan eenvoudige dissecties in een klas organiseren
Hij kan microscopieoefeningen demonstreren en begeleiden
De student kan werken met eenvoudige determineertabellen
Hij kan experimenten correct uitvoeren
De student beheerst de juiste vakterminologie
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- stage
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
50 %
|
Permanente evaluatie
|
50%
|
Permanente evaluatie
|
100 %
|
Taak en schriftelijk examen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tijdens refectiesesies wordt het subjectief concept van de student besproken en kunnen werkpunten aan bod komen