De cursus elektrotechniek bestaat uit twee delen: vermogenelektronica en elektrische aandrijvingen. Het deel vermogenelektronica behandelt eerst zeer summier de eigenschappen en karakteristieken van de verschillende soorten vermogenhalfgeleiders. Vervolgens worden opbouw, signaalvormen en karakteristieken van volgende vermogenelektronische omvormers besproken: gestuurde gelijkrichters, wisselstroominstellers, hakkers en spanningsbroninvertoren. Tenslotte worden als toepassing verschillende types onderbrekingsvrije stroomvoorzieningen (UPS-systemen) bekeken. Het deel elektrische aandrijvingen behandelt eerst enkele algemene aspecten van elektrische aandrijfsystemen (motortypes, belastingtypes, eigenschappen en basisaspecten van dimensionering). Vervolgens komt de sturing van onafhankelijk bekrachtigde en permanent magneetbekrachtigde gelijkstroommotoren aan bod: snelheids- en koppelregeling, twee- en vierkwadrantenwerking, etc. Daarna komt de scalaire toerentalregeling van asynchrone wisselstroommotoren aan bod, waarbij de nadruk vooral ligt op instellingen, parameters en gedrag van frequentie-omvormergevoede aandrijvingen. Tenslotte wordt summier de veldgeoriënteerde wisselstroomaandrijving besproken (doel, realisatie, regelschema's).
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
Toelichting:
- Studenten begrijpen de filosofie van de vermogencontrole via schakelaars en kennen de voornaamste karakteristieken van de vermogenhalfgeleiders gebruikt als schakelaar.
- Studenten kunnen de werking en signaalvormen van de verschillende vermogenomvormers (gelijkrichters, wisselstroominstellers, hakkers, invertoren, ...) verklaren en analyseren.
- Studenten kunnen een gefundeerde keuze maken van een geschikt elektrisch aandrijfsysteem voor een bepaalde toepassing (motor+omvormer+sturing en regeling).
- Studenten kunnen een elektrische aandrijving dimensioneren voor een bepaalde toepassing.
- Studenten begrijpen de werking, karakteristieken en eigenschappen van de meest voorkomende elektrische aandrijvingen en kunnen ze verklaren.
- Studenten kunnen de schakelingen om gelijkstroom- en wisselstroommotoren te regelen verklaren en interpreteren.
- Studenten zijn op de hoogte van de meest voorkomende elektrische aandrijfsystemen in de industrie
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Om de cursus elektrotechniek met succes te kunnen volgen moeten de studenten gelijkstroomketens, éénfasige wisselstroomketens en driefasige wisselstroomketens kunnen analyseren, de karakteristieken van elektronische halfgeleiders kennen en begrijpen, een basiskennis hebben van de fourierontbinding van periodische signalen, een basiskennis hebben van de opbouw van een elektrisch energiesysteem, de opbouw en werking van elektrische machines kennen en begrijpen, de karakteristieken van de verschillende elektrische machines kennen en kunnen interpreteren, een basiskennis hebben van de karakteristieken en eigenschappen van arbeidswerktuigen (pompen, kranen, etc) en een basiskennis van meet- en regeltechniek hebben.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- Van Ham G. (2006),
Vermogenelektronica. Onuitgegeven cursus voor de opleiding master in industriële wetenschappen in elektromechanica, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Industriële en Biowetenschappen Geel.
- Belmans R. (2004).
Elektrische energie deel 2. Leuven: ACCO.
- Pollefliet J. (2004).
Elektronische vermogencontrole. 2 Elektronische motorcontrole. Gent: Academia Press.
C. Aanbevolen leermiddelen
- Pollefliet J. (2004).
Elektronische vermogencontrole. 1 Vermogenelektronica. Gent: Academia Press.
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving