Themata: naast enkele aanvullende themata uit Le niveau-seuil (wonen, hotel, restaurant, han-del en diensten, ...) worden vooral beroepsgerichte situaties aangeboden zoals - telefoneren, - het onthalen van bezoekers, - het organiseren van vergaderingen, - het beheren van een agenda, - het verzamelen van informatie uit diverse bronnen, - het vertalen van korte nota's en niet-technische teksten, - het opmaken van memo's en korte berichten, - het opstellen van rapporten, - het verzorgen van presentaties, - het deelnemen aan een discussie, - het organiseren van reizen, diners, stands. Spraakkunst: de samengestelde zin wordt systematisch behandeld (voegwoorden, gebruik van wijzen en tijden, indirecte rede, enz.). Zoals in het eerste jaar, wordt er inhoudelijk een welbewuste selectie gemaakt van datgene wat de student echt nodig heeft en absoluut dient te beheersen in normale gebruikssituaties. Lexicon: het algemeen basisvocabularium wordt uitgebreid in functie van de behandelde themata en verder aangevuld met economische en handelsgerichte termen uit de admi-nistratie, de financiën, de publiciteit, de verkoop, enz. Er wordt dezelfde werkwijze gevolgd: zelfstudie en daarna integratie in conversatie- en situatie-oefeningen. Communicatieve items: er wordt nog altijd grote aandacht besteed aan het correct en gevarieerd gebruik van communicatieve formules. De bagage die de student meebrengt uit het eerste jaar wordt voortdurend onderhouden en uitgebreid met de communicatieve items die hem moeten toelaten in de beroepsgerichte situaties, vermeld onder themata hierboven, correct, gevarieerd en spontaan te reageren. Komen onder andere aan bod: - een (informeel) gesprek onderhouden, - vertellen, gebeurtenissen rapporteren, - uitnodigen, ontvangen, - positieve en negatieve gevoelens uitdrukken, - een (gestructureerde) uiteenzetting geven, - discussiëren, argumenteren en overtuigen. Dictee: de fouten die Nederlandstaligen meestal maken, worden systematisch behandeld. Frankrijkkunde: het gebruikte oefenmateriaal (teksten, conversaties, enz.) confronteert de student met het dagelijkse leven, de leefgewoontes en de bedrijfsrealiteit van de Franstaligen.
Beoogd eindniveau: CEFR B1
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Zakelijke communicatie zelfstandig afhandelen.
- C03 De gepaste ICT-tools gebruiken.
- C04 Gepast handelen in beroepsspecifieke situaties.
Toelichting:
Basiscompetentie:
De OM kan zakelijke communicatie zelfstandig afwikkelen.
Extra competenties:
1. De OM bezit de vereiste taalkennis om zakelijke informatie af te handelen.
2. De OM kan de benodigde zakelijke informatie verzamelen en beoordelen.
3. De OM kan zakelijke informatie verwerken en presenteren
4. De OM kan een geschikte communicatiestrategie voor zakelijke situaties bepalen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De competenties van het eerste jaar bereikt hebben,
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Eigen cursus.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Monitoraat op aanvraag.