Het eerste deel van de cursus “sociologie van het gezin en demografie” behandelt de gezinssituatie doorheen de geschiedenis. Hierbij komen zowel sociologische als demografische aspecten aan bod. Het tweede deel beschrijft recente demografische tendenzen en veranderingen in de westerse huishoudens. Deze evolutie wordt sociologisch verklaard. In het derde deel komen actuele gezinssituaties aan bod: Het eenoudergezin, het samengesteld gezin, lesbisch en homo-ouderschap, grijzende ouders, armoede in jonge gezinnen,… Hierbij behandelt men zowel sociologische, demografische als beleidsaspecten.
De cursus recht heeft twee hoofddoelen : In eerste instantie is maak je kennis met het recht dat onmiddellijk bruikbaar is in de uitoefening van je beroep.
(zelfbeschikkingsrecht, recht op fysieke integriteit, patiëntenrechten,geheimhoudingsplicht,hulpverleningsplicht).
In tweede instantie leer je via het bestaande recht kritisch nadenken over maatschappelijke problemen en mogelijke oplossingen.
De cursus antropologie is een inleiding in de antropologie en de transculturele zorg. Verschillende culturen worden vergeleken a.h.v. een reeks basiswaarden. Hierbij focust men zich op de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland. De fasen van interculturele communicatieve competentie worden beschreven. De cursus behandelt het Europees migratiebeleid. De joodse en islamitische cultuur krijgen speciale aandacht. De transculturele verloskundige zorg wordt op deze twee culturen toegepast.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De vroedvrouw heeft een fundamentele grondhouding van echtheid, empathie en onvoorwaardelijk respect.
- C02 De vroedvrouw beschikt over het vermogen om, via reflexie, haar eigen identiteit te bewaken en uit te bouwen zowel binnen haar beroepsdomein als lid van de samenleving.
- C03 De vroedvrouw kan evenwichtig voelen en denken; een evenwichtige persoonlijkheid en een kritisch, analytisch én integrerend denkvermogen vormen een onmiskenbare basis voor adequaat en methodisch verloskundig handelen.
- C04 De vroedvrouw beschikt over sociale en communicatieve vaardigheden die haar in staat stellen respectvol om te gaan met individuele noden ongeacht de culturele en maatschappelijke achtergronden van de zorgvrager.
- C10 De vroedvrouw heeft de expertise om, vanuit een holistisch referentiekader, de noodzakelijke, accurate en multidimensionele zorg te verlenen aan de cliënt. Zij is in staat deze zorg aan te passen aan de levensfase van de cliënt.
- C11 De vroedvrouw kan reflecteren over de eigen praktijk en de bijhorende persoonlijke belevingsaspecten. Zij is in staat deze reflecties actief te integreren in de permanente ontwikkeling van haar beroepsactiviteit.
- C12 De vroedvrouw beschikt over de competenties om zich via vakliteratuur permanent bij te scholen; daarenboven is zij zich terdege bewust van het belang van wetenschappelijk onderzoek en kan zij de impact hiervan adequaat plaatsen binnen de beroepsuitoefening.
- C15 De vroedvrouw beschikt over de nodige sociaal-communicatieve competenties om het communiceren en samenwerken met anderen adequaat te realiseren.
Toelichting:
- Studenten begrijpen de eigen aard van de sociologische analyse
- studenten kunnen micro-, meso- en macrofenomenen in de maatschappij analyseren vanuit sociologisch oogpunt.
- De studenten kunnen de drie belangrijkste vormen van sociologische analyse toepassen op de gezondheidszorg.
- De studenten begrijpen de essentie van medicalisering en kunnen ze herkennen in hun toekomstig beroepsveld.
-De studenten kunnen begrippen als fysieke integriteit/zelfbeschikkingsrecht en strafrechterlijke immuniteit omschrijven
-De studenten kunnen de spanning aantonen tussen het recht op fysieke integriteit en het zelfbeschikkingsrecht
- De studenten kunnen aan de hand van de euthanasiewet, de abortus-en orgaantransplantatiewet aantonen dat het zelfbeschikkingsrecht en het recht op fysieke integriteit hierin verzoend worden
- De student kan aan de hand van de wet de patiëntenrechten omschrijven, herkennen en toepassen in casussen.
- de studenten kennen de essentie van de “transculturele zorg” van Leininger, en kunnen deze ook vlot toepassen op interculturele verloskundige situaties.
- De studenten kunnen aan de hand van basiswaarden culturen categoriseren.
- Zij zijn op de hoogte van culturele verschillen in communicatie
- Zij weten in welke fase van interculturele communicatieve competentie zij zich bevinden
- Zij kennen de geschiedenis van de migratie en het huidig migratiebeleid in hun land
- Zij kennen de beginselen, maatschappelijke en sociale achtergrond van islam en jodendom
- Zij kennen religieuze gebruiken en tradities i.v.m. bevalling en moederschap van de joodse en islamitische vrouw
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Van Lint Greet, 2005, Sociologie van het gezin en demografie, Niet gepubliceerde cursus, KHK Turnhout, 58 p.
Minten Dominique, Gezondheidsrecht, niet gepubliceerde cursus.
Van Lint Greet, Antropologie, 2005, Niet gepubliceerde cursus, KHK, Turnhout, 90 p.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving