De student bezit na dit eerste jaar een brede basiskennis voedingsleer. Volgende voedingsstoffen worden uitgebreid behandeld: koolhydraten, eiwitten, vetten, voedingsvezels, mineralen, vitamines en water. Verder wordt er ingegaan op energie en stofwisseling en enkele nieuwe ontwikkelingen in de voedingsleer.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C17 Bereid zijn zich voortdurend bij te scholen en zich professioneel te ontwikkelen.
Toelichting:
De student kent de relatie tussen (functionele) voedingsmiddelen en gezondheid. De student kent de belangrijkste bronnen, aanbevelingen en functies van voedingsstoffen. De student kan een ideaal dagmenu opstellen en een dagmenu beoordelen (o.b.v. de voedingsdriehoek).
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- cursus
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
Gers, A. (2007).
Voedingsleer.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving