1.Enkelvoudige en samengestelde intresten; nominale en reële rentevoet; groepen van kapitalen; vervaldagen.
2.Annuïteiten: - definities - slot- en aanvangswaarde - afgeleide formules - andere annuïteiten
3.Veranderlijke annuïteiten; annuïteiten met stortingen en/of rente meermaals per periode.
4.Schulddelgingen: - constante annuïteiten - constante aflossingen - reconstitutiefonds
5.Obligatielening: - 'constante' annuïteiten
|
|
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
De studenten maken kennis met formules van financiële algebra en toepassingen ervan bij leningen (en obligatieleningen).
Ze moeten, beschikkend over een formularium, in staat zijn de leerstof toe te passen op een brede waaier van voorbeelden.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Geen
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Bollaerts Bart, Robert Patrick, 2006, Financiële algebra, de Boeck, 297p.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving