Dit opleidingsonderdeel is specifiek gericht op het leren onderwijzen of aanleren van het vak Engels aan jongeren. De student leert de visie kennen op het vakdomein vreemde talen, binnen het leerplan van het secundair onderwijs. De student leert specifieke vaardigheden, principes, didactische materialen, handboeken, didactische werkvormen ...kennen en gebruiken die typisch zijn voor dit vakdomein. Dit onderdeel staat in het eerste jaar van de opleiding op het programma omdat het gaat om inzichten en vaardigheden die de student van bij het begin van de opleiding nodig heeft om het vak te kunnen aanleren tijdens de stages in het secundair onderwijs.
Vanuit een didactisch model komen de basisprincipes van het vreemdetalenonderwijs aan bod. Deze beginselen vinden hun toepassing in activiteiten rond woordenschat, taalstructuren en vaardigheden. De lesvoorbereiding speelt hierbij een sleutelrol.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1.De student kan Engels op een communicatieve manier aanbrengen
1.2.De student kan vanuit vormingsdoelen inhouden kritisch bevragen en didactisch vertalen naar de doelgroep toe. Hierbij gaat zeker de aandacht naar het welbevinden en de betrokkenheid van de leerlingen en de leerkracht. 1.3.De student kan efficiënte werkvormen rond de vier vaardigheden, rond een verdieping van het taalinzicht en rond taalverruiming selecteren aangepast aan de leeftijd, leefwereld en de beginsituatie van de leerlingen.
2. Inhoudelijk expert
2.1.De student kan het didactisch model van de cursus toelichten.
2.2.De student kan een degelijke lesvoorbereiding maken.
2.3.De student kan een efficiënt verloop rond woordenschat en grammatica uittekenen en de basisnoties van het 'vaardigheidsonderwijs' toepassen. 2.4.De student kan leerplannen voor het vak Engels raadplegen en er specifieke lesonderwerpen in situeren.
3. Organisator
3.1.De student kan het relevante didactische materiaal efficiënt gebruiken en organisatievormen correct toepassen.
4. Lid van de onderwijsgemeenschap
4.1.De student kan een visie op het vak Engels in het secundair onderwijs verwoorden.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student beschikt over de nodige basiskennis (woordenschat en grammatica) van het Engels en is zich bewust van de eigenheid van deze vreemde taal.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- materiaal op WWW
- Andere: Lespraktijk in eigen stageschool
B. Verplichte leermiddelen
- cursus lector - ICT: Internet, eigen website http://www.lerarenopleidingvorselaar.be/docenten/jevalo/, video-opnames, .. - bibliotheek / "The Globe": handboeken voor het secundair onderwijs
C. Aanbevolen leermiddelen
Zie afdeling Engels in de Onderwijswerkplaats (OWP - The Globe).
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- oefenpracticum
- elektronisch leerplatform
- stage
- Andere: Praktijkateliers
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
Permanente evaluatie: 100%
Taken en opdrachten verspreid over het hele academiejaar.
3de zittijd: schriftelijk + mondeling examen
De lessen worden heel nauwgezet voorbereid (basis in lessen didactiek, een gesprek met student in Dv waarin de student zijn/haar problemen kan voorleggen i.v.m. zijn / haar specifiek lesonderwerp, forumoverleg op toledo, ...) en begeleid (individuele schriftelijke verbetering en bijsturing). De student krijgt de kans de klas op voorhand te observeren en zo zijn /haar methode en werkwijze toe te spitsen op die bepaalde klasgroep.
Na de les volgt een reflectiemoment met stagebegeleider en/of vakdocent.