INHOUD
1 TAALVAARDIGHEID
- Spreek- en luisteroefeningen.
- Doel- en publiekgericht schrijven.
2 TAALBESCHOUWING
- Woordenschatoefeningen.
- Zins- en woordleer.
3 LITERATUUR & CULTUUR
- Stromingen in de Nederlandse (jeugd-)literatuur.
- Aspecten van de Nederlandse en Vlaamse cultuur.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
1 TAALVAARDIGHEID
1.1 De student kan efficiënt deelnemen aan allerlei gespreksvormen.
1.2 De student kan zijn/haar schrijfproducten afstemmen op publiek en doel.
2 TAALBESCHOUWING
2.1 De student kan samengestelde zinnen ontleden en de woordsoorten benoemen.
2.2 De student kan een adequate woordenschat kiezen voor allerlei taalgebruikssituaties.
2.3 De student kan tegenover zijn/haar eigen taalgebruik en dat van anderen een kritische houding aannemen.
3 LITERATUUR
3.1 De student kan de gelezen fictionele teksten situeren in de Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis.
3.2 De student houdt de literaire en culturele activiteit in Vlaanderen en Nederland goed bij, o.m. door de lectuur van kranten en tijdschriften.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- handboek
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Zie boekenlijst.
C. Aanbevolen leermiddelen
Geschreven pers, films, literatuur.
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- elektronisch leerplatform
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
|
|
40
|
PE
|
40
|
M
|
|
|
60
|
S
|
60
|
S
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Studentgestuurde monitoraten.