Muziekdidactiek (2007-2008)

In deze onderwijsactiviteit leert de student om muzikale activiteiten in de lagere school op een goede manier te begeleiden. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod : - Lied zingen in de lagere school - Ritmische vorming - Het verkennen van de verschillende klankeigenschappen met aandacht voor toepassingen in het basisonderwijs. - Muziek beluisteren - Werken met grafische notatie - Het aanwenden van het Orff-instrumentarium - Het integreren van andere muzische domeinen binnen het vak muziek

A. Algemene competenties

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
§ Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.4.2 De leraar kan het verband leggen tussen leerstofonderdelen en tussen leergebieden, zowel horizontaal als verticaal 1.5.1 De leraar kan aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de doelstellingen 1.7.1 De leraar kan, rekening houdend met de beginsituatie, de belangstelling en het verwerkingsniveau van de kinderen motiverende leeromgevingen ontwerpen die een reële kans op betrokkenheid en succesbeleving inhouden 1.7.5 De leraar kan adequaat inspelen op wat zich voordoet in de feitelijke leeromgeving en kan werken met de inbreng van de kinderen 1.7.6 De leraar kan het actief ontdekken en actief verwerken van leerinhouden bevorderen, onder meer door een beroep te doen op het probleemoplossend vermogen van de leerlingen 1.7.7 De leraar kan de leerlingen laten nadenken over hun leerproces 1.9 De leraar kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing en differentiatie § De leerkracht als opvoeder 2.1.2 De leraar kan ervoor zorgen dat kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen 2.1.3 De leraar kan sensitief en inlevend omgaan met de kinderen 2.2 De leraar kan de emancipatie van de kinderen bevorderen. 2.4.1 De leraar kan maatschappelijke gebeurtenissen aan de vormingsinhouden koppelen 2.4.2 De leraar kan kinderen kritisch en zinvol leren omgaan met informatie van en beïnvloeding door de media § Innovator en onderzoeker 5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren bevragen en bijsturen § Inhoudelijk expert 3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis voor de muzikale vorming in het lager onderwijs 3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid binnen het muzisch domein aanwenden in complexe didactische toepassingen. 3.3.1 De leraar kan in het onderwijsaanbod horizontale en verticale verbanden onderkennen en deze verbanden integreren in het eigen aanbod 3.3.2 De leraar kan het eigen aanbod situeren binnen de ontwikkelingsdoelen en eindtermen en binnen een leerplan § Organisator 4.2.1 De leraar kan voor de kinderen, gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel laten verlopen. 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen § Leraar als cultuurparticipant 10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen rond het cultureel-esthetische domein § Attitudes Relationele gerichtheid: De leerkracht kan in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen. Creatieve gerichtheid: De leerkracht is erop gericht om uit diverse situaties en informatiebronnen ideeën te genereren en deze op een originele manier gestalte te geven in een ontwikkelingsaanbod voor de kinderen

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • Andere: materiaal op het leerplatform

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • oefenpracticum

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen

B. Omschrijving

Om dit gedeelte van de leerstof te verwerven worden er in de loop van het jaar 8 contacturen ingericht.
OA:
11267663
Code:
11267663
Vakcoördinator:
Kris Appeltans
Semester:
2
Studiepunten:
1
Onderwijstaal:
Nederlands