Pedagogisch didactische vorming deel 2 (2007-2008)

Dit opleidingsonderdeel omvat de volgende inhouden: - Doelen - Didactische werkvormen - Ontwikkelingspsychologie

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
Toelichting:
Hoofdcompetenties hierbij zijn: Typefunctie 1: De student als begeleider van leer- en ontwikklingsprocessen: - De student kan rekening houden met de lichamelijke, motorische, sociaal-emotionele, cognitieve en morele ontwikkeling van het doorsneekind in zijn gedrag ten over staan van kinderen en in zijn lesgeven. - De student is in staat om vertrekkend vanuit de eindtermen en de leerplannen zinvolle doelen te formuleren. - De student verwerft inzicht in leraargestuurde, gedeeld gestuurde of leerlinggestuurde werkvormen. - De student kan in functie van de doelstellingen eenvoudige werkvormen uitkiezen en in de onderwijspraktijk toepassen. Typefunctie 2: De student als opvoeder: - De student kan de eigenheid van het individuele kind herkennen (= aanvoelen dat kinderen een eigenheid hebben en verschillend zijn) - De student kan zijn pedagogisch-didactische vaardigheden zo aanwenden dat kinderen gemotiveerd worden en er een positief en veilig werkklimaat wordt gecreeërd. - De student krijgt inzicht in het ontstaan en de ontwikkeling van het zelfbeeld bij kinderen en de invloed hiervan op sociaal-emotioneel vlak. Hij wordt zich bewust van zijn eigen handelen als leerkracht in het tot stand komen van een positief zelfbeeld en treedt aanmoedigend op. Typefunctie 3: De student als inhoudelijk expert: - De student beheerst de pedagogisch-didactische basisinhouden (doelen, werkvormen, ontwikkelingspsychologie) Typefunctie 5: De student als innovator - onderzoeker - De student is bereid om zijn subjectief onderwijs- en opvoedingsconcept te bespreken met medestudenten.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

A. Type

  • handboek
  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op leeromgeving
  • Andere: artikels uit pedagogische tijdschriften

B. Verplichte leermiddelen

Onuitgegeven cursussen van de docenten: - Doelen: overbodig of noodzakelijk? - Didactische werkvormen Handboeken: - Laevers, F., Ervaringsgericht werken in het basisonderwijs, Leuven: CEGO, 2004. - Struyven, K. Sierens, E. e.a. Groot worden. De ontwikkeling van baby tot adolescent. Handboek voor (toekomstige) leerkrachten en opvoeders. Leuven: Lannoo Campus, 2004,

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • discussieseminarie
  • oefenpracticum
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

Afhankelijk van de te realiseren competenties en de behandelde inhouden worden verschillende, meer gestuurde of meer zelfstandige, werkvormen gebruikt.

A. Types

  • schriftelijk examen
  • individuele taak

B. Omschrijving

De beoordeling bestaat uit twee delen: - een schriftelijk examen: 85 % van het totaalcijfer - een taak met als onderwerp: Vergelijkingopdracht van een kleuter en een lagere schoolkind op ontwikkelingspsychologisch vlak voor 15 % van het totaalcijfer. Een niet-correct schriftelijk taalgebruik wordt mee verrekend in de eindbeoordeling van deze taak. In de derde examenperiode wordt dit opleidingsonderdeel uitsluitend beoordeeld via een schriftelijk examen. (100 %)
1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm % vorm % vorm
85 schriftelijk examen 100 schriftelijk examen
15 taak
Bij dit opleidingsonderdeel worden twee differentiatieuren voorzien die als volgt worden ingevuld: - differentiatieuur 1: bijkomende toelichting en ondersteuning bij het uitvoeren van de vergelijkingsopdracht van een kleuter en een lagere schoolkind op ontwikkelingspsychologisch vlak. - differentiatieuur 2: bijkomende toelichting en ondersteuning bij het selecteren en het in de praktijk toepassen van adequate werkvormen.
OA:
11267230
Code:
11267230
Vakcoördinator:
Ann Verheyen
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands