Vertrekkend van een sterkte-zwakte-analyse van alle beroepsspecifieke competenties, zowel in een praktijksituatie zoals stage als de beheersing van inhouden, vaardigheden en attitudes in niet-stagegebonden contexten, stelt de student een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Met bewijsmateriaal toont de student aan welke ontwikkeling hij nastreeft en realiseert. Dit wordt besproken tijdens de individuele begeleidingsmomenten. Het portfolio dat de student maakt bestaat uit twee delen: het persoonlijk ontwikkelingsplan en het bewijsmateriaal. In supervisie en intervisie worden leerervaringen uit de stages geanalyseerd.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C05 Innovator-onderzoeker.
Toelichting:
De student kan zijn eigen leren en functioneren kritisch analyseren en gericht bijsturen.
De student kan uit uitwisseling van ervaringen en bevindingen van medestudenten zinvolle conclusies trekken voor het eigen leren en functioneren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Een document met informatie over de doelen, werkwijze en gehanteerde werkvormen wordt bij het begin van het semester aan de studenten bezorgd.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- discussieseminarie
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
zelfstandig werk, individuele begeleidingsgesprekken, supervie en intervisie
A. Types
- paper/werkstuk
- presentatie
- permanente evaluatie
B. Omschrijving