Module Klas op stap (2007-2008)

De module bevat volgende delen: 1. OPENLUCHTKLASSEN 1.1. Openluchtklassen nieuwe kansen Het ontstaan en de doelen van openluchtklassen. 1.2. Het organiseren van openluchtklassen De verschillende elementen waar je allemaal rekening moet mee houden wanneer je openluchtklassen organiseert komen aan bod. 1.3. Muziek De studenten krijgen een zicht op de muzikale mogelijkheden om meerdaagse klasuitstappen te verrijken. 1.4. Bosspelen 1.5. Zingevingsmomenten De studenten zien het belang in van het inlassen van rust- en zingevingsmomenten tijdens een meerdaagse uitstap met leerlingen. Zij leren deze activiteiten zinvol voorbereiden met aandacht voor de eigenheid van een groep leerlingen en aangepast aan de situatie. 1.6. Creatief zingeven 1.7. Terreinexploratie Het leren voorbereiden en degelijk uitwerken van buitenactiviteiten voor bijvoorbeeld openluchtklassen en schoolreizen. In de Hoge Venen, een gebied dat voor de meeste studenten niet zo goed gekend is, wordt een verantwoord en voor kinderen haalbaar traject geselecteerd en een inhoudelijk en methodisch zinvolle en gevarieerde activiteit uitgewerkt. 1.8. Sneeuwklassen De studenten ontwikkelen competenties die belangrijk zijn bij het opzetten van openluchtactiviteiten. Zij leren bepaalde vormen van openluchtactiviteiten voor te bereiden, uit te voeren en kritisch te evalueren. Zij ervaren welke de hoofddoelen van openluchtklassen zijn. 1.9. Stage openluchtklassen 1.10. Visies op openluchtklassen 2. EXTRA-MUROS-ACTIVITEITEN EN SCHOOLREIZEN 2.1. Visie en wettelijke bepalingen De studenten zien in welke vormen van extra-muros-activiteiten er bestaan en met welke wettelijke bepalingen rekening moet gehouden worden. Zij ontwikkelen een kritische houding in verband met de visie op, de doelen en de organisatie van schoolreizen. 2.2. Voorbereiden en begeleiden van een groepje leerlingen van de lagere school bij een extra-muros activiteit : een daguitstap naar de Zoo, Planckendael, Brussel, Technopolis of een sportdag. 2.3. Kijken naar kunst en museumbezoekg met kunst. 3. EHBO EN CPR De studenten leren op gepaste wijze handelen bij noodsituaties of kleine ongevallen. Zowel 'eerste hulp bij ongevallen', CPR als redden uit het water kmen hierbij aan bod. Studenten die een attest kunnen voorleggen dat zij een cursus CPR en/of EHBO gevolgd hebben bij een erkende instantie kunnen bij de lector vrijstelling aanvragen voor het volgen van deze activiteiten.

A. Algemene competenties

  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C04 Organisator.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
Toelichting:
Het ontwikkelen van kritisch-creatieve, sociale en organisatorische vaardigheden om voor kinderen pedagogisch-didactische activiteiten op te zetten en te begeleiden buiten de school. Volgende basiscompetenties en -attitudes worden specifiek nagestreefd: Typefunctie 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen De leraar kan: 1.2. doelstellingen kiezen en formuleren 1.3. leerinhouden en leerervaringen selecteren 1.4. leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in opdrachten 1.5. een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen bepalen 1.6. in teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen 1.7. een adequate leeromgeving realiseren Typefunctie 2: De leraar als opvoeder Het is belangrijk dat de leraar: 2.1. een positief leerklimaaat kan creëren voor de lerenden 2.2. de emancipatie van de lerenden bevordert, o.a. door oog te hebben voor de sociale integratie van de leerlingen 2.3. door attitudevorming kinderen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidt 2.5. sociaal-emotionele probleemsituaties kan afleiden uit de gedragingen van leerlingen en steeds beter kan omgaan met diverse vormen van probleemsituaties 2.6. het fysiek welzijn van de leerlingen bevordert Typefunctie 4: De leraar als organisator 4.2. De leraaar kan een efficiënt les- en dagverloop creëren Typefunctie 6: De leraar als partner van ouders en verzorgers 6.3. De leraar kan in overleg met het team de ouders en verzorgers informeren over en betrekken bij klas- en schoolgebeuren. De leraar kan informatie verschaffen over door de school georganiseerde initiatieven.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Er is geen speciefieke voorkennis vereist.

A. Type

B. Verplichte leermiddelen

Het moduleboek dat je bij het begin van de module krijgt bevat de nodige bronnen en informatie.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • Andere: werkcollege, veldwerk

B. Omschrijving

A. Types

  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

De aanwezigheid op en de actieve en geëngageerde deelname aan alle activiteiten behorend tot de module is vereist. Tekortkoming hierin en afwezigheid op activiteiten zal aangerekend worden in de totale evaluatie van de module. Voor activiteiten van het deel openluchtklassen, kijken naar kunst, EHBO, CPR en redden uit het water, telkens a rato van 5 % van het waardecijfer, voor de begeleiding van een extra-muros-activiteit of de sportdag 10 % van het waardecijfer.
OA:
11261390
Code:
11261390
Vakcoördinator:
Greet Cuyt
Semester:
1
Studiepunten:
6
Onderwijstaal:
Nederlands