Het interactionisme, het referentiekader en de roltheorie, socialisatie. Gezondheidsvershillen tussen mannen en vrouwen en maatschappelijk ongelijkheid Interpretatie en verklaringen bij man-vrouwverschillen inzake gezondheid in de recente wetenschappelijke literatuur. Prenatale hulpverlening aan migrantenvrouwen; een voorbeeld van ongelijke kansen met verstrekkende gevolgen. Feminisereing van de armoede, sociale zekerheid mede verantwoordelijk? Vervrouwelijking van het arstenberoep. De positie en rol van de verpleegkundige in de samenleving. Het onderdeel psychologie handelt over de (sociale) waarneming en enkele psychologische theorieën die kunnen helpen bij het verklaren van het gedrag van een zorgvrager: leertheorieën, theorieën over emoties en motivaties. Psychologische aspecten van welbevinden: probleemhantering, zelfwaardering en behoefte aan controle.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen.
- C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
- C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C22 Actief bijdragen tot de profilering van het beroep.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
Toelichting:
Studenten kunnen de positie en rol van de verpleegkundige op micro-meso- macroniveau analyseren, problematiseren en voorstel doen tot het verbeteren van deze positie en rol.
Studenten kunnen het ontstaan van gezondheidsverschillen vanuit een verschillende maatschappelijke positie beschrijven en verklaren.
Studenten begrijpen een aantal algemeen psychologische theorieën over leerprocessen, sociale waarneming, emoties en motivatie en kunnen deze beschrijven en illustreren.
Studenten kunnen aan de hand van deze theorieën het gedrag van een zorgvrager interpreteren en verklaren.
Studenten kunnen het gedrag van een zorgvrager observeren en beschrijven zonder hun interpretaties erbij te vermelden.
Studenten kunnen herkennen welke psychologische factoren het welbevinden van een zorgvrager beïnvloeden.
Studenten kunnen interventies voorstellen om deze psychologische factoren te beïnvloeden.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Verheyen Peter, 2004. Sociologie. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout.
Verdyck Marc, 2004. Psychologie. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout, 173p.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving