Deel 1:
- De relatie met jezelf: ik - ik
- De relatie met een ander: ik - jij/groep
- Aanzet tot klashouden
Deel 2:
- Visies op opvoeden:
o Verschillende opvoedingsstijlen
o Gezinspedagogisch kader
A. Algemene competenties
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
De student is bereid om zijn eigenheid te ontdekken en te waarderen: zijn subjectief
concept, zijn behoeften, gevoelens en waarden en van de impact hiervan op anderen. Verder
is hij/zij bereid de eigenheid van anderen te respecteren en een positieve en integere
houding te tonen in teamwerk met medestudenten en begeleiders. De student is zich bewust
van een goede relatie tussen alle betrokken partijen van de opvoedingsdriehoek
school-kind-ouders.
De student kan relationeel vaardig omgaan met meerderen, gelijken en kinderen. De student
kan een positief, gestructureerd en veilig leer- en leefklimaat realiseren dat gekenmerkt
wordt door welbevinden en vertrouwen, beschikbaarheid van de leerkracht, positieve
verwachtingen t.o.v. de leerlingen en een sfeer van verbondenheid tussen de leerlingen.
De student is er zich van bewust dat hij ten aller tijde een voorbeeldfunctie heeft voor
leerlingen van de basisschool.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Alhoewel er geen specifieke voorkennis vereist is, vinden we het toch belangrijk dat de student gemotiveerd is en voldoende sociaal en communicatief vaardig is.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- onuitgegeven cursussen van de docent: relationele vorming en visies op opvoeden
- artikels uit pedagogische tijdschriften en handboeken
- notities van de student
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
We vertrekken vanuit reëel beleefde ervaringen door de student aangebracht. We proberen deze ervaringen in kaart te brengen met behulp van een aantal kaders/instrumenten (inzicht krijgen), zoeken naar alternatieve gedragsmogelijkheden en interventies, proberen deze uit in simulatieoefeningen en in de realiteit en evalueren het effect ervan (oefenen van de sociale vaardigheden). Er wordt eveneens gewerkt met opdrachten en taken die buiten de lessen worden vervuld.
Voor het deel: Visies op opvoeden:
- hoorcollege
- werkcollege
- casuïstiek
A. Types
B. Omschrijving
* Aanwezigheid en actieve, geëngageerde participatie worden vereist (bij deel 1: agogische vaardigheden). Afwezigheid moet steeds gewettigd worden. Meerdere onwettige afwezigheden tijdens agogische vaardigheden leidt tot een tekort voor het hele opleidingsonderdeel.
* De voor- en nataken moeten tijdig en nauwkeurig uitgevoerd worden.
Indien aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, kan dit een tekort voor dit opleidingsonderdeel opleveren.
* Deel 1 wordt geëvalueerd door middel van permanente evaluatie (60%) en deel 2 (visies op opvoeden) door middel van een examen (40%).
* In de derde examenperiode is er een schriftelijk examen voorzien voor 40% en een taak voor 60%
Een niet-correct schriftelijk taalgebruik in de taken wordt mee verrekend in het eindresultaat.
|
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
|
|
|
30%
|
Taak 1
|
60%
|
Taak
|
|
|
|
30%
|
Taak 2
|
40%
|
Schriftelijk examen
|
|
|
|
40%
|
Schriftelijk examen
|
|
|
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen monitoraten voorzien.