Ruimte (2007-2008)

Kaartvaardigheid en oriënteren Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (9.8 t.e.m. 9.12 p. 122 ev.) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht * weet welke soorten kaarten, luchtfoto's en andere afbeeldingen van de leefwereld er bestaan en welke bruikbaar zijn voor de lagere school * een goede mentale kaart en een goed beeld hebt van de eigen woonomgeving, de eigen provincie, Vlaanderen, België, Europa en de wereld * vlot kaarten kan lezen en gebruiken om de weg te vinden, gegevens op te zoeken, elementen te situeren en te lokaliseren * inziet dat landschapselementen op kaarten voorgesteld worden door symbolen * de belangrijkste kaartsymbolen die er gebruikt worden op topografische kaarten, wandkaarten, wegenkaarten en kaarten in atlassen kent * inziet wat schaal is, welke schaalaanduidingen er bestaan en allerhande toepassingen op de schaal kan maken * weet hoe de derde dimensie nl. de hoogte kan voorgesteld worden op een kaart en hoogtelijnenpatronen kan interpreteren * inziet welke voordelen luchtfoto's ten opzichte van kaarten hebben * weet hoe het kaartbegrip bij kinderen groeit van de kleuterschool tot en met het 6de leerjaar * de verschillende manieren van oriënteren kent en er toepassingen op kan maken

A. Algemene competenties

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Er is geen specifieke voorkennis vereist.

A. Type

  • handboek
  • cursus
  • materiaal op leeromgeving
  • materiaal op WWW

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

Wolters' Algemene wereldatlas Ruimtewijzer, Uitg. Pelckmans

A. Types

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen

B. Omschrijving

Student- en vraaggestuurde begeleidingsmomenten (monitoraten).
OA:
11267615
Code:
11267615
Vakcoördinator:
Greet Cuyt
Semester:
1
Studiepunten:
1
Onderwijstaal:
Nederlands