Het vak automatisering bestaat uit 2 delen: een eerste deel omvat de systeemtheorie en regeltechniek en een tweede deel gaat over de basisbegrippen van hydraulica en pneumatica in een industriele context.
Het eerste deel begint met een korte herhaling van de systeemtheorie: laplace transformatie, bode, Nyquist, wortellijnendiagram, ... Deze basiskennis wordt gebruikt voor de analyse van eerste en tweede orde systemen en systemen met teruggekoppeling. Uiteindelijk wordt uitgelegd hoe de 'eenvoudige ' regelaars zoals P,PI en PID worden ingesteld. Hiervan worden enkele praktische voorbeelden gegeven.
Het tweede deel geeft een inleiding over de werking, mogelijkheden en toepassingsdomeinen van hydraulische en pneumatische systemen in een geautomatiseerde omgeving.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
De cursus systeemtheorie en regeltechniek van Johan Baeten.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.