Spelling :
- oefeningen
- didactiek spelling
- spellingregelmethodes, algoritmische methodes en analoge methodes
- verschillende systemen die in de lagere school gehanteerd worden met elkaar vergelijken
Lezen :
- toepassing van organisatorische leesvormen die in het eerste jaar niet aan bod zijn gekomen (forumlezen, leeskring), met speciale aandacht voor spreekvaardigheid.
Uitdieping kinderliteratuur gekoppeld aan zelfstandige verwerking (opdracht semester 2)
Kunst in Zicht (afhankelijk van het aanbod in semester 1 en/of 2)
- bijwonen van één of twee theatervoorstellingen voor leerlingen van de lagere school
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- Studenten zijn in staat om 'spelling' op een didactisch verantwoorde manier aan te bieden en te begeleiden in de lagere school.
- Studenten zijn in staat om alle vormen van leesonderwijs op een didactisch verantwoorde manier aan te bieden en te begeleiden in de lagere school.
Opvoeder
- Studenten zijn in staat om leerlingen op te voeden tot mondige en taalweerbare kinderen.
Inhoudelijk expert
- Studenten hebben een duidelijk beeld van de spellingcategorieën zoals die in de lagere school aan bod komen.
- Studenten verwerven inzicht in de verschillende systemen die in de lagere school gebruikt worden om de werkwoordspelling aan te leren.
- Studenten krijgen inzicht in de specifieke moeilijkheden bij werkwoordspelling, waardoor ze in staat zijn veel voorkomende fouten te beoordelen, te interpreteren en hiervoor een gepaste remediëring te geven.
- Studenten krijgen zicht op de leesvormen die in de lagere school aan bod komen.
Organisator
- Studenten zijn in staat om een stimulerende werk- en leeromgeving te creëren met een permanente aandacht voor de taalvaardigheden van de kinderen.
Innovator-onderzoeker
- Studenten zijn in staat om bij zelf geselecteerde boeken uit de hedendaagse kinder- en jeugdliteratuur een originele verwerking te maken waarbij o.a. het nodige didactisch materiaal volledig wordt uitgewerkt.
Cultuurparticipant
- Studenten hernieuwen hun kennismaking met de hedendaagse kinder- en jeugdliteratuur en beleven daar plezier aan.
- Studenten kunnen, rekening houdend met de doelgroep, de bruikbaarheid van een inschatten en kunnen concrete ideeën ter verwerking voorstellen.
- Studenten hernieuwen hun kennismaking met het moderne kinder- en jeugdtheater.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
- De student heeft voldoende interesse voor het fenomeen taal en communicatie.
- De student beheerst de leerstof van de lagere school en beschikt zelf over voldoende achtergrond om die leerstof zinvol te kaderen.
- De student is bereid die achtergrond verder uit te diepen in functie van de lagere school.
- De student is zelf voldoende taalvaardig (mondeling en schriftelijk) om voor de leerlingen een voorbeeldfunctie uit te oefenen. Hij is bereid om zijn eigen taalvaardigheid verder te optimaliseren.
- Het programma van het eerste jaar wordt als uitgangspunt genomen.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- bundels per lesgeheel zijn beschikbaar
- eigen lesnota's die een aanvulling vormen op die bundels
- leerplannen Nederlands (deelleerplannen Schrijven, Spreken en Luisteren, Lezen, Taalbeschouwing, Muzisch Taalgebruik, Drama en Schrift)
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Steevens, J.P., Spel correct
-
www.taalsite.nl
- Taaltelefoon.vlaanderen.be
C. Aanbevolen leermiddelen
Smedts, W. en W. Van Belle, Taalboek Nederlands. Kapellen, Uitgeverij Pelckmans, 2003.
Paus, H. (red.), Portaal. Praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs; Bussum, Uitgeverij Coutinho, 2002.
Colpin, M. (e.a.), Leesrijk school- en klasklimaat. Leuven, Garant, 2002.
Van Coillie, J., Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken? Leuven, Davidsfond/Infodok, 1999.
Huizenga, H., Taal en Didactiek. Spelling. Groningen/Houten, Wolters-Noordhoff, 2003.
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
De inhouden komen aan bod via hoorcolleges waarin uiteraard heel veel praktische toepassingen en voorbeelden verwerkt zijn. Groepswerk, demonstratieactiviteiten en zelfstandige taken behoren eveneens tot de gebruikte methodes.
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
- schriftelijk examen : examen over de leereenheden van het tweede semester
- permanente evaluatie : taak uitdieping kinder- en jeugdliteratuur
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
|
|
20
|
Permanente
evaluatie
|
20
|
taak
|
|
|
80
|
Schriftelijk
examen
|
80
|
Schriftelijk examen
|
Er worden monitoraten voorzien.