A. Algemene competenties
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Toelichting:
Leiding geven:
- De student kan zichzelf ten aanzien van kleuters profileren als leid(st)er.
Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken:
- De student toont een ingesteldheid tot communiceren over zijn/haar klaspraktijk ten aanzien van medestudenten, docenten en mentoren.
- De student neemt zelf initiatief om afspraken te maken met mentoren en de directie van de school.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Toelichting:
Teamgericht werken:
- De student kan zich inschakelen in het schoolgebeuren, hierbij participeert hij/zij actief aan de speeltijden.
Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- De student kan kritisch kijken naar zijn klaspraktijk en gaat gericht op zoek naar mogelijke oplossingen, dit door het maken van stagereflecties.
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
Toelichting:
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen.
- De student kan goed observeren.
- De student kan via deze observatie de beginsituatie van de kinderen en van de groep achterhalen.
- De student kan inspelen op de ontwikkelingsnoden van kinderen door te voorzien in een aanbod.
- De student kan dit aanbod vertalen in ervaringssituaties.
- De student kan deze ervaringssituaties goed uitwerken in een doordachte voorbereiding, met beginnende aandacht voor doelformulering.
- De student kan deze ervaringssituaties begeleiden met oog voor betrokkenheid en welbevinden van de kinderen.
- De student kan deze ervaringssituaties begeleiden met voldoende ruimte voor kleuterinbreng.
- De student kan reeds een ontwikkelingsrijk milieu voorzien.
- De student kan her en der stimulerende impulsen geven om het spel van de kleuters te verrijken.
- De student kan het geheel plaatsen in een logisch opgebouwde dagplanning.
- De student kan reeds een thema uitwerken.
- De student kan een inhoudelijk logische opbouw voorzien in dag- en weekplanningen.
- De student kan een thema zichtbaar aanwezig stellen in de klas.
Opvoeder
- De student kan rekening houden met het welbevinden van individuele kleuters.
- De student kan een aanzet geven in het ervaringsgericht dialogeren met kleuters.
- De student kan zich inleven in de leefwereld van kleuters.
- De student kan een positief klimaat creëren voor de kleutergroep.
- De student kan zichzelf profileren als leid(st)er door grenzen aan te geven en duidelijke afspraken te maken met de kleuters.
Inhoudelijk expert
- De student kan de opgestoken informatie uit de modules integreren in de praktijk.
- De student kan de opgestoken vaardigheden uit de routes integreren in de praktijk.
- De student kan zelf gevonden informatie kritisch doorlichten en op een verantwoorde manier integreren in de praktijk.
Organisator
- De student kan activiteiten vlot laten verlopen qua timing, veiligheid, opstelling van de materialen, groeperingswijze...
- De student kan actief participeren aan dagelijkse routine-activiteiten.
- De student kan administratieve taken beginnend overnemen.
- De student kan een hele dag vlot laten verlopen, door eerste stappen te zetten in de ruimere klasorganisatie: activiteiten opstarten, parallel begeleiden, opruimen en overgangen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- Andere: stageïnformatieboek, stagemoduleboek, stage-opdrac
B. Verplichte leermiddelen
Stageopdrachten per periode.
Alle documenten betreffende stage breng je overzichtelijk samen in een persoonlijk uitgewerkt stageboek.
Je leerinzichten naar aanleiding van je groei in de beroepspraktijk integreer je in je opleidingsportfolio.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- stage
- Andere: begeleiding bij stagevoorbereiding
B. Omschrijving
De stage is opgedeeld in twee periodes, gaat door in twee verschillende stageklassen en wordt systematisch opgebouwd: van één naar meerdere ervaringgsituaties per dag, van een dag- naar een (halve) weekplanning.
Binnen het opleidingsinstituut krijg je begeleiding bij het uitwerken van je stages:
- Studenten beschikken over de mogelijkheid om hun lesvoorbereidingen te laten nakijken door de docenten.
- Het thematisch brainstormen gebeurt samen met de leerbegeleider binnen de leergroep.
- Studenten krijgen individuele ondersteuning bij het uitwerken van dagplanningen en (halve) weekschema's door hun leerbegeleider.
A. Types
B. Omschrijving
De beoordeling van stage is het resultaat van je prestaties tijdens stage-activiteiten doorheen het jaar. Indien je in dit onderdeel niet slaagt in de eerste zittijd, word je uitgesteld. Voor dit opleidingsonderdeel kan je niet herkansen in de tweede zittijd.
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
|
|
100
|
Permanente evaluatie
|
|
|