Schriftelijk:
- brieven
- rapporten
- projectpresentaties
Mondeling:
- presenteren
- vergaderen
- telefoneren
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
- De student kan zijn gedrag en houding aanpassen naar gelang de situatie waarin hij zich bevindt.
- De student kan zich mondeling uiten in een zakelijke omgeving.
- De student kan een geschreven zakelijk verslag opstellen.
- De student is in staat om in correct Nederlands een zakelijke briefwisseling te voeren.
- De student kan de algemene communictie van een bedrijf doorgronden en beoordelen.
- De student kan de verschillende technieken van het debat gebruiken en doorprikken.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Correct Nederlands kunnen spreken en schrijven,
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
De student neemt zelf notities tijdens de workshops.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving