Je leert de beginselen van de analytische scheikunde en de instrumentele analysetechnieken,
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- AB2 - Technisch, technologisch vaardig zijn - Men heeft kennis over en kan werken met de machines, installaties en technieken die men hedentendage binnen het werkveld gebruikt.
- AB5 - Kwaliteitszorgsystemen kunnen hanteren en/of realiseren - Binnen de werkeenheid kan men werken met bestaande kwaliteitszorgsystemen of meehelpen ze te implementeren.
- AB-DZ-EC8: Uitvoeren van diagnostische laboratorium testen - Uitvoeren van diagnostische testen inclusief de voorbereiding, het verzamelen en onderhouden van de bijhorende apparatuur en materialen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties