Dierlijke productie (2006-2007)

Algemene zoötechnie De algemene zoötechnie heeft als vak de bedoeling om een meer algemeen inzicht te geven in de verschillende vormen van dierlijke productie en de andere toepassingen van het houden van dieren. Belangrijk hierbij is de volledige en kritische benadering van de veehouderij. Veel aandacht gaat naar alle mogelijke parameters en elementen die invloed hebben op de dieren die we bestuderen. Belangrijk is ook om de begrippen dierenwelzijn en dierenhouderij in een totaalbeeld te benaderen. Zoötechnie Het vak zoötechnie of algemene veehouderij is de studie van de dierlijke productie in al zijn facetten. Dieren die gehouden worden om hun specifieke producten die ze voortbrengen of omwille van hun gedragseigenschappen worden besproken en bestudeerd. De zoötechnie verspreidt zijn aandacht over een aantal gebieden die invloed hebben op het totale gebeuren. Zo is er veel aandacht voor: gezondheid en welzijn, voeding en verzorging, selectie en fokkerij en algemene structuren van de dierveehouderij. Veel belangstelling is er ook voor de vruchtbaarheid en de verschillende elementen die hier invloed op uitoefenen. Ingenieurstechnieken melk In de toepassing van de dierlijke productie is de melkproductie een belangrijk gegeven. De melkproductie en de daaruit ontstane zuivelsector heeft een zeer belangrijk gewicht in de globale voedingswereld. Het vak heeft veel belangstelling voor de vorming, winning en veeteelt aspecten van de melkproductie. Een ander aandachtsgebied heeft te maken met de technische karakteristieken van de melkinstallatie. De melkinstallatie heeft gevolgen op het vlak van technische prestaties, op diergezondheid en op het afleveren van een correct eindproduct.

A. Algemene competenties

  • 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
  • 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
  • 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
  • 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
  • 05. Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
  • 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
  • 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
  • 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
  • 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek

C. Beroepsspecifieke competenties    

  • C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
  • C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
  • C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
  • C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
  • C05 Bereid zijn om contact te zoeken met andere onderzoeksgroepen en samenwerking nastreven.
  • C06 Een diagnose kunnen stellen.
  • C07 Een technisch ontwerp kunnen maken.
  • C08 Het productieproces kunnen opstarten, verbeteren en bedrijfszeker maken.
  • C10 Rekening houden met natuur, milieu, veiligheid en zorgsystemen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

OO:
03100238
Code:
03100238
Vakcoördinator:
Fons Lommelen
Semester:
1+2
Studiepunten:
9
Creditcontract mogelijk?
Ja
Examencontract mogelijk?
Ja
Deeltijds:
Onderwijstaal:
Nederlands
Opleidingsonderdeel type:
inleidend