In het eerste deel van de cursus wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende eenheidsbewerkingen in de voedingsindustrie: voorbereiding van grondstoffen, veranderen van deeltjesgrootte, temperatuursverandering, mengen en vormen, scheiden en concentreren. Telkens worden de basisprincipes van de eenheidsbewerking bestudeerd en worden een aantal voorbeelden uit de voedingsindustrie gegeven. In het tweede deel worden een aantal industriƫle processen bestudeerd, gesteund op de eenheidsbewerkingen die besproken zijn in het eerste deel: vleesindustrie, groenten- en fruitconserven, cacao en chocoladeproductie, melkpoeder, ...
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
- 05. Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C08 Het productieproces kunnen opstarten, verbeteren en bedrijfszeker maken.
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Thermodynamica
B. Competenties