De recreatiesport werd vrij snel na haar opkomst als complementaire sportvorm, naast de prestatiesport, geïnstitutionaliseerd. Hierdoor viel haar karakter als sociale beweging binnen het sportlandschap deels weg.
Als geïnstitutionaliseerde sportvorm heeft de recreatiesport dan ook structureel nood aan organisatie, leiding en integrale zorg voor kwaliteit. De recreatiesportleider moet dan ook naast het begeleiden van verschillende doelgroepen tevens leidinggevende positie kunnen vervullen binnen het sportlandschap. Zowel in de private sportsector als in het sportieve aanbod van de overheid zijn moet hij of zij in staat zijn een betekenisvolle rol te spelen.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties