Gentechnologie (2006-2007)

Vanuit je basiskennis gentechnologie vertrek je om een aantal geavanceerde DNA-technieken en toepassingen in de biomedische sector te begrijpen. Zo zal in het vak gentechnologie leren hoe analyse van genetisch materiaal gebruikt wordt voor de diagnostiek van erfelijke (complexe) aandoeningen, wat farmacogenomics, e.a is. Daarenboven verneem je ook hoe je menselijke genen in andere cellen en andere organismen (transgenen dieren) tot uiting kan brengen. Ook het uitschakelen van genen in celculturen en in transgene organismen wordt besproken. In het labo gentechnologie II leer je vooral hoe de basistechnieken in een bredere geheel kaderen. Zo zal je een DNA-fragment ligeren en kloneren in een plasmidenvector en zal je leren om kloons te identificeren door middel van gelelektroforese, Soutern blotting en kolonie- PCR. De kennis die je opdeed in de cursus gentechnologie I en labo gentechnologie I komt hier goed van pas. Het labo neemt een ganse week in beslag en start voor de officiële aanvang van het academiejaar. Zo wordt de continuïteit van je analyses verzekerd en zal je leren om verschillende proeven simultaan uit te voeren, zonder de omkadering in het grote geheel te verliezen. Je leert nu ingewikkeldere Engelstalige protocollen te interpreteren en een laboschrift correct bij te houden. Ook deel van het labo wordt ook besteed aan zelfstudie waarbij je leert om DNA- en eiwitgegevensbanken te doorzoeken en informatie hieruit op te halen (via NCBI).

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties    

  • C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
  • C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
  • C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
  • C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
  • C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.

A. Volgtijdelijkheid

Biomedische laboratoriumtechnologie (PBA) / / Algemene microbiologie

B. Competenties

OO:
06003020
Code:
06003020
Vakcoördinator:
Lydia Hendriks
Semester:
1
Studiepunten:
4
Creditcontract mogelijk?
Ja
Examencontract mogelijk?
Neen
Deeltijds:
Onderwijstaal:
Nederlands
Opleidingsonderdeel type:
gespecialiseerd