Voortbouwend op de kennis uit het eerste en tweede jaar (zie programma eerste en tweede jaar) wordt er in het derde jaar gewerkt aan de uitbreiding en verdieping van de woordenschat en het idioom. De actieve woordenschat wordt gekozen in functie van specifiek beroepsgerichte thema's en situaties.
Ook de communicatievaardigheid wordt verder uitgebouwd, zodanig dat de student zich op het einde van het derde jaar in de meeste beroepsgebonden situaties in het Duits kan uitdrukken.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Zakelijke communicatie zelfstandig afhandelen.
- C02 Zijn/haar werk en de daartoe benodigde competenties managen.
- C03 De gepaste ICT-tools gebruiken.
- C04 Gepast handelen in beroepsspecifieke situaties.
A. Volgtijdelijkheid
Office management (PBA) / / Duits
B. Competenties