De fysico-chemie bestudeert de fysische eigenschappen en veranderingen van levensmiddelen vanuit de chemische kenmerken. Het gaat dan om veranderingen die optreden tijdens bewaring, bewerking, bereiding van levensmiddelen. De principes van grensvlakchemie, colloïdchemie en reologie worden besproken, maar steeds bekeken vanuit het levensmiddel. Zo zoek je antwoorden op vragen als: waarom is mayonaise stabiel? Waarom verdwijnt bierschuim na een paar minuten? Wat gebeurt er als je een ei kookt? Als specifieke toepassing in de fysicochemie wordt uitgebreid ingegaan op de kristallisatie in levensmiddelen.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Bio-organische chemie
B. Competenties