Leereenheid 1 : Mens en tijd
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (8; p. 110-115) bij kinderen te kunnen bereiken is het nodig dat je als leerkracht
* inzicht hebt in de groei van tijdsbegrippen van de kleuterschool tot en met het 6de leerjaar
* weet hoe tijdsbesef bij kinderen te stimuleren en welk didactisch materiaal je hierbij kan gebruiken
* belangrijke feiten, data en ontwikkelingen op de eeuwenband kan situeren als kapstokken om de geschiedenis van onze streken te begrijpen
* kan uitleggen welke historische factoren meespeelden bij de overgang van de ene geschiedkundige periode naar de andere
* kennis hebt van de lokale geschiedenis en haar plaatselijke littekens
* bepaalde historische bronnen kan hanteren alsook tijdlijnen kan opbouwen bruikbaar in de lagere school
* geschikte werkvormen kan uitwerken om bepaalde historische periodes enerzijds en de plaatselijke geschiedenis anderzijds te vertalen naar de lagere school
Leereenheid 2 : Mens en samenleving
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (5.3, 5.4, 5.8, 5.10, 5.11, 5.12, 5.13, 5.15, 5.16, 8.12, 8.15) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
* bepaalde begrippen en inzichten verwerft die betrekking hebben op de actualiteit
* kennismaakt met nationale en internationale instellingen om als volwaardig burger te kunnen deelnemen aan de democratische besluitvorming
* inzicht krijgt in de achtergrond van bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen
* inziet dat we leven in een multiculturele samenleving
* actuele gebeurtenissen kan vertalen naar het werkveld
Leereenheid 3 : Planten en dieren
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan
(7.3 - 7.10) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkacht
* de inhouden uit het handboek 'Natuuronderwijs inzichtelijk', p. 17 - 177 beheerst en kan toepassen
* kan determineren
* eenvoudige dichotomische tabellen kan opstellen
* de natuur rondom ons kent en planten en dieren die erin voorkomen herkent
Leereenheid 4 : Gezondheidsopvoeding en menskunde
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan
(7.14 , 7.15, 7.16 en 7.6) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
de inhouden uit het handboek 'Natuuronderwijs inzichtelijk', p. 123 - 172 beheerst en kan toepassen
een gezonde levenshouding voorleeft
gepast kan ingrijpen bij kleine ongelukken of levensbedreigende situaties bij kinderen
Leereenheid 5 : Ecologie en milieu
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan
7.3 - 7.7) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
de inhouden uit het handboek 'Natuuronderwijs inzichtelijk', p. 177 - 213 beheerst en kan toepassen
op een ecologisch verantwoorde wijze handelt en aldus het klasgebeuren organiseert
Leereenheid 6 : Natuurkundige verschijnselen
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (7.19 - 7.22) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
de inhouden uit het handboek 'Natuuronderwijs inzichtelijk', p. 219 - 274 beheerst en kan toepassen
de wetenschappelijke denkmethode vlot beheerst en kan toepassen
Leereenheid 7 : Mens en techniek
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan
6.1 - 6.15) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
de inhouden uit het handboek 'Natuuronderwijs inzichtelijk', p. 277 - 318 beheerst en kan toepassen
het probleemoplossend denken vlot beheerst en kan toepassen
Leereenheid 8 : De aarde in de ruimte
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (7.27 p. 106) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
* inzicht hebt in de bewegingen van de aarde rond haar as en rond de zon en de gevolgen hiervan
* inzicht hebt in de beweging van de maan rond de aarde en de gevolgen hiervan
* inzicht hebt in de structuur van het zonnestelsel en de belangrijkste kenmerken van de zon, de planeten met hun manen en ringen, de kometen en meteoren
* de belangrijkste realisaties van de ruimtevaart kent
* inziet hoe je de bewegingen van de hemellichamen kan demonstreren zodat de kinderen hier inzicht in verwerven
* inziet welke werkvormen geschikt zijn om de verschillende doelen in de lagere school te bereiken en welk didactisch materiaal je kan gebruiken
Leereenheid 9 : Kaartvaardigheid en oriënteren
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (9.8 t.e.m. 9.12 p. 122 ev.) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
* weet welke soorten kaarten, luchtfoto's en andere afbeeldingen van de leefwereld er bestaan en welke bruikbaar zijn voor de lagere school
* een goede mentale kaart en een goed beeld hebt van de eigen woonomgeving, de eigen provincie, Vlaanderen, België, Europa en de wereld
* vlot kaarten kan lezen en gebruiken om de weg te vinden, gegevens op te zoeken, elementen te situeren en te lokaliseren
* inziet dat landschapselementen op kaarten voorgesteld worden door symbolen
* de belangrijkste kaartsymbolen die er gebruikt worden op topografische kaarten, wandkaarten, wegenkaarten en kaarten in atlassen kent
* inziet wat schaal is, welke schaalaanduidingen er bestaan en allerhande toepassingen op de schaal kan maken
* weet hoe de derde dimensie nl. de hoogte kan voorgesteld worden op een kaart en hoogtelijnenpatronen kan interpreteren
* inziet welke voordelen luchtfoto's ten opzichte van kaarten hebben
* weet hoe het kaartbegrip bij kinderen groeit van de kleuterschool tot en met het 6de leerjaar
* de verschillende manieren van oriënteren kent en er toepassingen op kan maken
Leereenheid 10 : De aardbol
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (7.23 p. 105) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
* inzicht hebt in de opbouw van de aarde
* inzicht hebt in het belang en de structuur van de atmosfeer
* inzicht hebt in de indelingen van de aardbol
* landschappen op aarde herkent, ze kan benoemen en aangeven welke landschapselementen bepalend zijn
* ruimtefoto's van het geheel of een deel van de aarde herkent, kan bespreken d.w.z. vermelden welke elementen er waarneembaar zijn op de beelden, en deze toelichten
Leereenheid 11 : Weer en klimaat
Om de doelen die hieromtrent in het leerplan Wereldoriëntatie van de basisschool vermeld staan (7.24 t.e.m. 7.26 p. 105-106 ) bij kinderen te kunnen bereiken, is het nodig dat je als leerkracht
* weet wat het verschil is tussen weer en klimaat
* de basiselementen van het weer, nl. temperatuur, neerslag, luchtdruk en wind, kent en weet welke factoren deze elementen beïnvloeden
* buiten de weersgesteldheid kan waarnemen, meten en beschrijven en weten hoe je dit met kinderen kan doen
* weersvoorspellingen (weerberichten) kan analyseren en weerwaarnemingen kan vergelijken met de weersvoorspelling
* het belang van weersvoorspelling kan illustreren en voorbeelden kan geven over hoe zowel het weer als het klimaat de levenswijze en activiteit van mensen beïnvloedt
* de verschillende klimaatsgebieden op aarde kent, weet welke elementen aan de basis liggen van de indeling in klimaten en een determinatietabel voor klimaattypes kan gebruiken
* gegevens in verband met het klimaat kan afleiden uit kaarten (bv. in atlas en handboeken), klimatogrammen en foto's van de vegetatietypes
* (goede) beelden van de verschillende vegetatietypes kan selecteren en inhoudelijk bespreken
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
Het verwerven van de nodige achtergronden en inhoudelijke en didactische inzichten om activiteiten wereldoriëntatie voor de lagere school te kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- handboek
- cursus
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
Gedetailleerde informatie over de leermiddelen van de verschillende leereenheden wordt door de docenten in het begin van het academiejaar aan de studenten bezorgd.
A. Types
- hoorcollege
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving