De didactische stage in het derde jaar beslaat 12 weken.
Van deze 12 weken staat de student effectief 9 weken in de kleuterklas.
De verdeling ziet er als volgt uit:
- 2 weken ICO-GOK-stage (intercultureel onderwijs)
- 2 weken keuzestage (buitengewoon onderwijs, alternatief onderwijs, regulier onderwijs, leerkracht bewegingsopvoeding)
- 5 weken eindstage : waarvan minimum 2 weken zelfstandig (met uitvoering van het praktijkgedeelte van het afstudeerproject).
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Het algemene doel van de stage in het derde jaar kunnen we als volgt formuleren: ontwikkelen van alle basiscompetenties om startbekwaam in het beroep te kunnen intreden. In het kader van dit algemene doel worden volgende concrete doelstellingen nagestreeft:
- Verder bekwamen in en verruimen van de reeds verworven basiscompetenties.
- Het aanbod en de begeleiding kunnen afstemmen op risico-kleuters en kinderen met een andere culturele achtergrond (kansarmen en allochtonen, eventueel ook gehandicapten).
- Meewerken aan onderwijsinnovatie en leren hanteren van vernieuwend aanbod zowel qua inhoud als qua methode.
- Zich bekwamen in zijn rol als partner van ouders en verzorgers door informele en formele contacten.
- Leren functioneren in een team.
- Contacten leggen, communiceren en samenwerken met externen.
- De eigen blik verruimen betreffende het onderwijs in het algemeen en de rol van de kleuterleerkracht in het bijzonder.
- Kritisch kunnen benaderen van actuele maatschappelijke thema's voor zover ze een impact (kunnen) hebben op het klas- en schoolgebeuren.
Een opleidinsvisie gericht op 'levenslang en levensbreed leren' beoogt in het derde jaar een grote mate van zelfsturing bij het eigen leren. Dit houdt in dat de student in staat moet zijn:
- Zelf zijn leerproces in handen te nemen.
- Te reflecteren op het eigen beroepsmatig functioneren.
- Handelingsalternatieven te kunnen bedenken en deze zelfstandig te kunnen uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Geslaagd zijn voor het tweede jaar.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Stage-informatieboek
Stageopdrachten
Moduleboeken
Cursusmateriaal lectoren
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- stage
- Andere: coaching door stagebegeleider
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving