Nederlands uitdieping (2006-2007)

Jaar 1 (oneven jaartal) Taalvaardigheden: Luisteren en spreken
  • De verschillende vormen van luisteren en de luisterstrategieën.
  • De verschillende deelvaardigheden (non-verbale communicatie, stemtechniek, argumenteren, vragen stellen) en de totaalvaardigheden (monoloog, dialoog of polyloog)
  • Oefening op eigen niveau.
  • Didactische aanpak voor leerlingen secundair.
Taalbeschouwing en didactiek: NT2 (Nederlands als tweede taal.)
  • Informatie over inhouden en aanpak Nederlands als tweede taal en Nederlands voor taalzwakke leerlingen.
Jaar 2 (even jaartal) Taalvaardigheden: Lezen en schrijven Leesvaardigheid
  • De kenmerken van tekstsoorten,
  • Leesstrategieën en structuurschema's.
  • Evaluatie van leesvaardigheid.
  • Leesdidactiek voor leerlingen secundair.
Schrijfvaardigheid
  • De schrijfstrategie.
  • Keuze van geschikte taaltaken en schrijfhulp.
  • De gepaste taalconventies.
  • Evaluatie van schrijfvaardigheid.
  • Schrijfdidactiek voor leerlingen secundair.
Poëzie
  • De analyse en interpretatie van gedichten met literaire terminologie.
  • De methodiek voor poëzie.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
  • Kan je geïntegreerd, synthetisch en analytisch werken.
  • Ken je hulpmiddelen om het leerproces te stimuleren bij taalzwakke leerlingen en leerlingen die Nederlands niet als moedertaal hebben.
  • Integreer je nieuwe media voor taalverwerving.
Als opvoeder
  • Leer je omgaan met en in te spelen op taalzwakke leerlingen en leerlingen die Nederlands niet als moedertaal hebben.
  • Sta je open voor diverse culturen.
Als inhoudelijk expert en onderzoeker
  • Scherp je je belangstelling aan voor het Nederlands als moedertaal zowel in zijn communicatieve als in zijn esthetische aspecten.
  • Verbeter je je taalvaardigheid.
  • Beheers je methodes om samen met je leerlingen taal te exploreren en te trainen.
  • Krijg je aandacht voor aanpak en problemen bij taalverwerving van het Nederlands als niet-moedertaal.
  • Leer je de formulering voor het Nederlands als instructietaal verbeteren.
Als innovator
  • Kan je een vernieuwende aanpak van taal formuleren.
Als cultuurparticipant
  • Toon je een bereidheid tot integratie van diverse culturen in onze samenleving.
Als lid van een schoolteam
  • Kan je leiding geven en teamgericht werken, ook voor de aanpak van taalproblemen en taalbeleid binnen de school.
Als lid van een onderwijsgemeenschap.
  • Weet je waar je informatie kan vinden over taal.
  • Volg je de onderwijsactualiteit voor het vak Nederlands op.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Als startcompetenties moet je de basisvaardigheden van spreken, luisteren, schrijven en lezen beheersen.

A. Type

  • cursus
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

  • Cursussen docent.
  • Eigen notities en verplichte lectuur.
  • Info op elektronisch leerplatform.
  • Handboeken:
        • Jan Van Coillie: 'Met duizend blote ogen', bloemlezing van gedichten
        • Jan Van Coillie: 'Poëzie ontdekken: Gedichten in de klas'
      • ~

    C. Aanbevolen leermiddelen

    A. Types

    • hoorcollege
    • oefenpracticum
    • elektronisch leerplatform

    B. Omschrijving

    A. Types

    • schriftelijk examen
    • permanente evaluatie
    • presentatie
    • Andere: aan de computer voor schrijfvaardigheid

    B. Omschrijving

    Module 'Lees- en schrijfvaardigheid' en 'Poëzie'
    • 70 % Schriftelijk examen
    • 30 % Permanente evaluatie:
      • Hierbij wordt de aanwezigheid in de les en het werk van de studenten geëvalueerd.
      • Groepswerk: presentatie van een gedichtanalyse en deel van info uit werkboek.
      • Schrijfportfolio
    Module 'Spreken en luisteren' en 'NT2'
    • 80 % Schriftelijk en mondeling examen
    • 20 % Permanente evaluatie (spreekoefeningen)
    Een significant tekort op een vakonderdeel kan tot een tekort voor het geheel leiden. Correcte spelling en verzorgd taalgebruik worden mee verrekend bij examens en taken.
    OA:
    11261140
    Code:
    11261140
    Vakcoördinator:
    Rita Van Elsen
    Semester:
    1+2
    Studiepunten:
    5
    Onderwijstaal:
    Nederlands