In het vak Duits is naast de noodzakelijke studie van de grammatica ook een communicatieve vaardigheidstraining opgenomen. In Duits 1 oefen je het werkwoord in een zinvolle context (vervoeging, gebiedende wijs, modaalwerkwoorden). Je leert communiceren in alledaagse situaties, zowel privé als professioneel: een gast ontvangen in de firma, zichzelf en anderen voorstellen, de weg beschrijven, informatie vragen en geven enz. Luisterfragmenten dienen daarbij als model.
In het hoofdstuk "Landeskunde" bestuderen we de Duitse cultuur aan de hand van authentieke teksten uit folders, tijdschriften, of van internet.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
Studenten kunnen zich mondeling en schriftelijk in het Duits uitdrukken, ook in bedrijfseconomische contexten. De studenten kunnen de nieuwe woordenschat, idiomatische uitdrukkingen en grammaticale structuren toepassen in improvisatierollen. De studenten kunnen zich in het Duits voorstellen en contacten leggen, afspraken maken, klanten ontvangen, telefoongesprekken voeren, informatie inwinnen, de weg beschrijven enz.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Geen
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Handboeken: -
Thematische Woordenschat Duits. (2003). Amsterdam: Intertaal.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving