De cursus groenbeheer of openbaar groen, start met een studie rond de functies en het nut van openbaar groen. Ook een methode om de w
aarde van bomen te bepalen is opgenomen. Vaste onderdelen in het openbaar groen, zoals: gazon, siervijvers, bossen en parken komen aan bod. Actuele problemen, zoals het erbod op pesticidengebruik, wegbermbeheer en ontbossing komen zeker ter sprake. Ook de wettelijke aspecten mogen niet uit het oog verloren worden. Er zal dan ook bv aandacht zijn voor de wet op de overheidsopdrachten en wettelijke bepalingen in de (privé-)tuin. Met de definities, normen en de codering van sierplanten, kan een hoofd van de groendienst zijn weg vinden in catalogisen met sierplanten. Aangezien groendaken nu erg in trek zijn, bekijken we ook hier wat kan en wat niet kan. Afronden doen we met de plaats, de algemene taak en werking van een groendienst binnen een gemeentelijke structuur te verduidelijken.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- bedrijfsbezoeken
B. Omschrijving
A. Types
- paper/werkstuk
- permanente evaluatie
- Andere: mondeling met schriftelijke voorbereiding
B. Omschrijving