Techniek 200 m schoolslag
Techniek 200 m crawl
Afstand zwemmen : 10 minuten crawl
10’ crawl: jongens: 20 lengten (500m) =10/20 en meisjes 19 lengten (475m) = 10/20
Vaardigheden : startduik gevolgd door 25 m onder water zwemmen, 15” op bodem liggen, 50 m op rug beenbeweging schoolslag in 1’30”
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
A. de lkr als inhoudelijk expert
1. Zwemslagen correct kunnen uitvoeren P
2. Elementaire, niet zwemslag gebonden vaardigheden kunnen uitvoeren P
3. Hydrodynamische principes kunnen toepassen bij het zwemmen P
4. Zwemuithouding verbeteren P
5. Kunnen hanteren van de correcte terminologie T
6. Bewegingskenmerken gestructureerd kunnen verwoorden T
7. Didactiek van het zwemonderwijs kennen T
8. Biomechanische aspecten kennen en kunnen toepassen T
9. Meest voorkomende fouten kennen, mogelijke oorzaken kennen, kunnen remediëren P + T
10. Gespecialiseerde vakliteratuur kunnen hanteren T
B. De lkr als opvoeder en begeleider van leerprocessen
C. De lkr als innovator
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De elementaire watergewenning beheersen en de twee zwemslagen (schoolslag, crawl) rudimentair kunnen uitvoeren.
Verder is er geen specifieke voorkennis vereist, maar de student moet motorisch bekwaam zijn zodat hij snel nieuwe vaardigheden kan verwerven.
De student moet eveneens een didactische interesse hebben in het zwemonderwijs.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Levenslang zwemmen in school, club en vrije tijd
Didactiek van het zwemonderwijs, W. Van Assche
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- begeleide zelfstudie
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving