De cursus behandelt vooral het kloneren in plasmidenvectoren en het identificeren van klonen. Hierbij komen de basistechnieken zoals DNA-isolatie, pipetteren, gelektroforese, restrictie-enzymedigesten, PCR, ... terug aan bod. Deze basistechnieken worden aangevuld met ligatie-experimenten en blottingsexperimenten ('dot blot' en 'Soutern blotting'). Veel aandacht gaat uit naar het simultaan uitvoeren van basishandelingen, zonder hierbij het overzicht van de overkoepelde proef te verliezen. Ook het gebruiken van de Engelstalige terminologie en het interpreteren van complexere Engelstalige protocollen of procedures en het correct en gestructureerd bijhouden van het laboschrift blijven belangrijk.
De cursus fungeert tevens als aanvulling voor de theoretische vakken gentechnologie -basistechnieken en gentechnologie II (3FBLt)). Ten slotte bereidt deze cursus de studenten voor op het werken in het beroepenveld (via stage), waar deze werkwijze met minder en ten slotte zonder begeleiding zal uitgevoerd worden.
.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
- C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
- C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
- C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
- C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Lydia Hendriks. Labo gentechnologie en bijlagen. Ongepubliceerde cursus, KHKempen.
C. Aanbevolen leermiddelen
SAMBROOK, J., FRITSCH, E.F., AND T. MANIATIS. Molecular Cloning, A Laboratory Manual. Second edition.
Cold
Spring
Harbor
Laboratory Press, CSH-USA. (1989) ISBN 08 79693096
BROWN, T.A., Gene cloning and DNA analysis, an introduction, Chapman and Hall,
London
, 5th ed (2006) ISBN 978140511121-x
A. Types
- begeleide zelfstudie
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
- praktische proef
B. Omschrijving
De beoordeling van bovenstaande competenties gebeurt via permanente evaluatie en via een schriftelijk examen.
Permanente evaluatie (3/4 punten)
De permanente evaluatie bestaat uit beoordeling van attitudes en technische vaardigheden tijdens het labo en op het laboschrift.
Attitudes en technische vaardigheden
Je wordt beoordeeld op je functioneel en efficiënt handelen. Vermits je meestal in team werkt, is planning en overleg (vb. werkverdeling). en communiceren in groep noodzakelijk. Er wordt tevens verondersteld dat de labosessies worden voorbereid zodat er vlot van start gegaan kan worden.
In het derde jaar worden de resultaten van de praktische proeven meer in rekening gebracht dan in het tweede jaar.
Laboschrift
Je dient een laboschrift correct bij te houden. Richtlijnen hiervoor bevinden zich in de cursus.
Schriftelijk examen (1/4 punten)
Tijdens het schriftelijk examen worden de principes van de uitgevoerde en overkoepelde proeven bevraagd. Je moet duidelijk kunnen formuleren wat het doel is van een bepaalde experimentenreeks en je moet zelf bepaalde experimenten kunnen voorstellen om een probleem op te lossen. Je moet zeer goed de controle-experimenten begrijpen en een vergelijking kunnen maken tussen twee of meer experimenten die hetzelfde doel geogen en hiervan de voor- -en nadelen kunnen opsommen. Tevens moeten basisregels (buffer bereidingen, verdunningen, restrictie-enzymdigesten opstellen, gels laden, .....) goed toegepast kunnen worden. In de cursus bevinden zich over elke techniek of experimentenreeks, verschillende vragen/opdrachten die moeten toelaten het geheel beter te begrijpen.