biostatistiek (2006-2007)

1) Niet-parametrische testen met medianen 2) ANOVA met één of meerdere onafhankelijke veranderlijken inclusief het opstellen van een geschikt model, het gebruik van Post-Hoc testen en het gebruik van constrasten 3) Opstellen van lineaire en niet-lineaire modellen met meerdere veranderlijken door middel van verschillende variabelen inclusief het gebruik van domme variabelen 4) Relatie tussen het gebruik van statistische methodes en enerzijds onderzoeksproblemen anderzijds onderzoeksopzet.

A. Algemene competenties

  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 04. Vermogen tot kritische reflectie
  • 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
Toelichting:
AB-02 : De studenten kunnen bij het werken aan een onderzoeksprobleem onderzoeksvragen identificeren die kunnen beantwoord worden door statistische bewerkingen van geschikte metingen (dit hoort bij informatie verwerven) (via project) AB-02 : De studenten kunnen gegeven een geschikte onderzoeksvraag en geschikte gegevens van metingen statistische methodes kiezen waarmee ze een antwoord op de onderzoeksvragen kunnen formuleren (dit hoort bij informatie verwerken). (via oefeningen) AB-03 : De studenten moeten voor het werken aan een onderzoeksprobleem onderzoeksvragen kunnen opstellen die beantwoordbaar zijn door gebruik te maken van statistische methodes. Ze moeten hiertoe ook een geschikte onderzoeksopzet kunnen voorstellen. (Dit hoort bij het projectmatig en methodische handelen.) (via project) AB-03 : De studenten kunnen statistische methodes gebruiken om concrete vragen op basis van meetgegevens te beantwoorden (dit is een belangrijke methodiek binnen kennisontwikkeling) (via project en oefeningen) AB-04 : De studenten moeten bij een onderzoeksopzet een onderscheid kunnen maken tussen wat theoretisch ideaal is en wat praktisch haalbaar is. Ze moeten daarbij de gevolgen kunnen inschatten op gebied van de betekenis van resultaten. (kritische reflectie op eigen handelen) (via project) AB-04 : De studenten moeten de tekortkomingen van gegevens afkomstig van metingen kunnen identificeren bij het gebruik van statistische verwerkingen van die gegevens. (kritische reflectie op beschikbaar materiaal) (via project en oefeningen) AB-08 : De studenten moeten een overzichtelijke plan kunnen opstellen bij het gebruik van statistiek bij een onderzoeksprobleem. (communceren van informatie en ideëen vooral aan medewerkers) (via project) AB-08 : De studenten moeten de output van statistiek afkomstig van een professioneel statistisch software pakket kunnen gebruiken om een duidelijk antwoord te geven op een probleem dat niet direct in statistische termen geformuleerd is. (communiceren van oplossingen ook aan leken) (via oefeningen) AB-09 : De studenten kunnen statistiek gebruiken om bij te leren over een probleem. (via project)

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
  • 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
  • 03. In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
Toelichting:
AB-01 : De studenten kennen de beperkingen van resultaten bekomen via statistische analyse van resultaten veroorzaakt door de gebruikte onderzoeksopzet. (Grenzen van de kennis) (via project) AB-01 : Als mogelijkheid om aan een onderzoeksprobleem te werken kunnen studenten variabelen identificeren en definiëren waarvan de metingen door gebruik te maken van statistische methodes kunnen gebruikt worden. (Onderzoekende houding) (via project) AB-02 : Voor het beantwoorden van één of meer (geschikte) onderzoeksvragen kunnen de studenten hypothesen formuleren die ze kunnen onderzoeken door gebruik te maken van statistische testen. Ze kunnen hiervoor een geschikte onderzoeksopzet formuleren. (via project) AB-02 en 03 : Bij gegeven resultaten van metingen kunnen de studenten op verantwoorde wijze een geschikte statistische methode en een geschikt statistisch model kiezen uit een ruim aanbod om informatie over een onderzoeksvraag te bekomen. (via oefeningen en project)

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
  • C03 Begrip hebben van de structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden.
  • C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:
C1 : De studenten kunnen de achtergrondinformatie gegeven door de output van een professioneel statistisch pakket interpreteren en verklaren binnen de theoretische achtergrond waarop de statistische testen steunen. (oefeningen) C3 en C4 : Voor het beantwoorden van één of meer (geschikte) onderzoeksvragen kunnen de studenten hypothesen formuleren die ze kunnen onderzoeken door gebruik te maken van statistische testen, ze kunnen daarbij een keuze maken uit een ruim aanbod aan statistische methodes en modellen en ze kunnen de resultaten van die statistische analyze interpreteren binnen het kader van de onderzoeksvragen. (Kennis van structuur van het vakgebied en samenhang met andere vakgebieden komen hierbij tot uiting. Ook praktisch gericht denken van uit wetenschappelijk inzicht komt hierbij tot uiting) (oefeningen en project) C4 : Bij het opstellen van een proefopzet kunnen studenten een onderscheid maken tussen wat vanuit het oogpunt van statistiek theoretisch ideaal is en wat praktisch mogelijk is. (project)

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

Coppens, M. (2006). Biostatistiek. Onuitgegeven nota's, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement IIBT Geel.

C. Aanbevolen leermiddelen

Op Toledo staat informatie over het groepswerk. Dit groepswerk moet ook via Toledo ingezonden worden.

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • projectwerk

B. Omschrijving

In groep moet een project uitgewerkt worden met de volgende inhoud. Vertrekkende van een algemene probleemstellingen worden onderzoeksvragen geformuleerd die via geschikte hypothesen met behulp van statistiek kunnen onderzocht worden. Deze hypothesen en een onderzoeksopzet om aan geschikte resultaten te komen worden beschreven. Er wordt een tijdsplan geformuleerd en een reflectie gevraagd over de mogelijke problemen die kunnen voorkomen. Er zijn momenten voorzien voor de bespreking van de voortgang van het groepswerk

A. Types

  • mondeling examen
  • paper/werkstuk
  • open boek
  • aan de computer

B. Omschrijving

Op het examen dat doorgaat aan de computer mag alle studiemateriaal gebruikt worden. Het project in groepswerk wordt per beoordeeld op basis van de ingestuurde eindtekst. Voor het groepswerk zijn tussentijdse besprekingen met de docent voorzien.
OA:
03201951
Code:
03201951
Vakcoördinator:
Marc Coppens
Semester:
1
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands