De cursus Nederlands behandelt de didactiek voortgezet lezen in de basisschool. Voorts komt ook leesbevordering aan bod. De student maakt kennis met kinderliteratuur en leert die literatuur integreren in zijn lessen. Een tweede luik vormen de onderdelen zins- en woordleer. De spelling van het Nederlands vormt een zelfstudiepakket.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
- Studenten bezitten een basiskennis van kinderliteratuur (poëzie en proza).
- Studenten kunnen op een aangename wijze voorlezen aan leerlingen van de lagere school.
- Studenten kunnen de verwerking van verhalen door leerlingen op creatieve wijze begeleiden.
- Studenten kunnen leesbevorderend optreden in de lagere school.
- Studenten kunnen de geziene theorie reproduceren, toepassen en integreren in de didactische praktijk.
- Studenten kunnen zich vlot en correct mondeling en schriftelijk uiten.
- Studenten beheerst de spellingregels en kan ze correct toepassen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student beschikt over een goede mondelinge en schriftelijke beheersing van het Nederlands.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- Cursussen van de docenten
- Leerplan lezen
- Woordenlijst Nederlandse taal (de meest actuele versie)
- Uyttendaele, J. en H. Mels: Nieuwe spelling zachte helling. Leuven: Wolters 1996.
- Idem: Spellingtrainer. Leuven: Wolters 1996.
- Vos, Jacques: Het huis lijkt wel een schip.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving