De methode van de filosofisch-ethische analyse die is vanaf het eerste jaar werd ingeoefend, gekoppeld aan de basisethiek uit het curriculum van het 2de jaar:
• Ethisch denken en communiceren aan de hand van een stappenplan
• Regel- en zorgethiek.
• Ethisch verantwoorde handelingsbeslissingen nemen inzake spanningen tussen:
- hulpverlener en hulpvrager
- hulpvragers en hun sociaal milieu
- hulpverleners onderling
- hulpverlener en organisatie
- hulpverlener en beleid, en specifiek voor Mad het recht
- hulpverlener en samenleving (maatschappelijke opdracht)
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
• C3.3: De MA kan elke stap in zijn methodisch handelen kritisch verantwoorden tav zichzelf, zijn doelgroep en zijn collega’s
• C4.1: De MA kan een ethisch discours voeren over zijn handelen
• C4.2: De Ma stuurt zijn handelen bewust vanuit de fundamentele waarden van het beroep
- heeft deze fundamentele waarden verinnerlijkt
- evalueert het eigen handelen en dat van anderen vanuit de ethische waarden van het beroep
• C5.1: De MA houdt in zijn handelen rekening met de maatschappelijke betekenis van zijn werk
- is zich bewust van de maatschappelijke betekenis van zijn werk
C6.1: De MA situeert zijn handelen binnen de context van de organisatie
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Kennis van de traditionele filosofische spanningsvelden en hedendaagse filosofische visies op actuele vraagstukken. Kennis van modellen van ethisch denken.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Broeckmans Christien, 2004, Beroepsethiek, Niet gepubliceerde cursus, KH Kempen, Geel, p.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- oefenpracticum
- groepswerk
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving