Taalbeheersing
* Spreken en luisteren: presenteren met visuele hulpmiddelen + zie Agogische en Communicatieve Vaardigheden
* Lezen en schrijven: zakelijke teksten, schrijfopdrachten, literaire analyses
Taalbeschouwing
* Mondeling en schriftelijk taalgebruik: nieuwe spelling, fonetiek, woordenschat en taalzuivering
* Grammatica: zinsleer en woordleer als onderdeel van het communicatiemodel
Literatuur en cultuur
* Overzicht van literaire stromingen en cultuuraspecten
* Studie van poëzie, verhalen en romans
* Studie van jeugdliteratuur
* Literaire theorie i.v.m. de besproken genres
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Als inhoudelijk expert en onderzoeker ben je in staat om
* op het vlak van de taalbeheersing je kennis van de standaardtaal, zowel schriftelijk als mondeling, uit te breiden.
* op het vlak van taalbeschouwing je kennis van de structuur en de gebruiksmogelijkheden van het Nederlands uit te breiden .
* op literair vlak je kennis van de Nederlandse (jeugd) literatuur en cultuur uit te breiden.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Je behaalde de eindtermen voor Nederlands van het zesde jaar ASO,TSO of zevende jaar BSO.
A. Type
- handboek
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op WWW
- Andere: (jeugd)literatuur
B. Verplichte leermiddelen
Artikels uit kranten en tijdschriften, studieboeken, cursus en verplichte literatuur.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving