ABO bloedgroepbepaling met de draagglasmethode
ABO bloedgroepbepaling met de buisjesmethode
Rhesus bloedgroepbepaling
Bepaling van irreguliere/verworven antistoffen
Kruistesten
Bezoek bloedbank/transfusiedienst en eventueel ander laboratorium
Groepsopdracht en presentatie van een hematologisch onderwerp
Hemostase methoden
Capillaire bloedname en testen
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
- C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
- C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
- C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
- C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
Toelichting:
Veilig en correct werken met bloedstalen
Correct kunnen uitvoeren van laboratoriumtesten m.b.t. bloedgroepen en antistoffen
Correct en wetenschappelijk rapporteren van resultaten
Kritisch reflecteren en kunnen interpreteren van resultaten
Informatie over een hematologisch onderwerp op wetenschappelijke manier kunnen verwerven, verwerken en presenteren
Kunnen uitvoeren van eenvoudige stollingstesten.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Hematologie
Labo hematologie en immunologie
A. Type
- Andere: Instructies bij het begin van de labo's
B. Verplichte leermiddelen
Aangelegde schrift met labonotities en resultaten
Bijsluiters van gebruikte reagentia
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- labo en werkcollege
- Andere: Groepsuitstap(pen)
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
- paper/werkstuk
B. Omschrijving
De beoordeling van alle bovenstaande competenties berust op twee grote onderdelen:
1.
Permanente beoordeling, aan de hand van:
a. Je voorbereiding op het labo: je krijgt instructies bij het begin van het labo, maar je zal voorafgaand informatie moeten opzoeken voor bepaalde labo's of je maakt een werkverslag van een bezocht extern labo.
b. Je houding en functioneren tijdens het labo: je werkt in teams, waarbij je wordt beoordeeld op je functioneel en efficiënt handelen en communiceren tijdens het labo, zowel individueel als in groep.
c. Je schriftelijke weergave in je laboschrift: alle stappen die je tijdens het labo uitvoert, alsook de resultaten van je onderzoek, moeten volledig, duidelijk en nauwkeurig zijn weergegeven. Het onderzoek moet reconstrueerbaar zijn aan de hand van je nota's. Typex en tintenkiller zijn uit den boze.
2. Een
labotest aan het einde van de reeks immuunhematologische testen:
a. Deze bestaat enkel uit een schriftelijk gedeelte: hierin worden zowel theoretische aspecten als praktische aspecten gevraagd uit het hematologisch onderzoek. Vb. proefopzet van hematologische testen, case-studies met berekening en interpretatie van resultaten, terminologie, ...
3. Een
werkstuk aan het einde van het semester:
a. De paper die je afgeeft: hierop wordt je beoordeeld op basis van wetenschappelijke onderbouwing (wetenschappelijke/internationale literatuur & handboeken), de leesbaarheid (structuur, afwisseling tekst met tabellen en figuren) en de afwerking (vrij van spellingsfouten, vormgeving) ...
b. De presentatie die je geeft: hierop wordt je beoordeeld op basis van opbouw (structuur, essentie versus details), aanbreng (vlotheid en expressie) en verdediging (kunnen beantwoorden van vragen).
Tijdens de contacturen krijgen de studenten de gelegenheid tot het stellen van vragen en is er de mogelijkheid om informatie of hulp te vragen. Indien nodig kan er een afspraak gemaakt worden.