Het practicum geeft het belang en de manier van steriel werken aan, toont hoe micro-organsimen in cultuur gebracht (gekweekt), bewaard en geteld kunnen worden en welke testen er bestaan om micro-organismen te identificeren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
C. Beroepsspecifieke competenties
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
Toelichting:
- Studenten kunnen het begrip steriliteit inschatten en het aseptisch werken in praktijk brengen.
- Studenten kunnen de voorzorgsmaatregelen die noodzakelijk en wettelijk verplicht zijn om veilig met micro-organismen te werken in praktijk brengen.
- Studenten kunnen een aantal microbiologische basistechnieken in praktijk brengen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Studenten kunnen oplossingen bereiden.
Studenten kunnen een lichtmicroscoop op de correcte manier gebruiken.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
- De Smedt An, 2006. Algemene microbiologie. Niet-gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel, 170 p.
- De Smedt An, 2006. Handleiding bij het practicum microbiologie. Niet-gepubliceerde bundel, KHKempen, Geel, 85 p.
C. Aanbevolen leermiddelen
- Michael T. Madigan and John M. Martinko, 2006. Brock Biology of micro-organisms, 11 th edition, ISBN 0-13-196893-9
- Powerpointpresentatie op Toledo
A. Types
B. Omschrijving
Studenten krijgen na een korte inleiding opdrachten en staan daarbij zelf in voor de aanmaak van materialen, uitvoering van de proef, aflezing van de resultaten, verwerking van de gegevens en vernietiging van afval. Op die manier krijgen zij een goed beeld van wat veilig microbiologisch onderzoek in zijn geheel inhoudt.
A. Types
B. Omschrijving
50 % van de punten staan op de verslagen: studenten maken van elke zitting een verslag, dat tegen de volgende zitting gecorrigeerd wordt en telkens bij het begin van het practicum wordt besproken.
50 % van de punten kunnen verdiend worden met de praktijk in het labo zelf.
De relatief kleine groepen (< 18 studenten) laten toe om de studenten goed te begeleiden en aan de hand van de wekelijkse bespreking van de verbeterde verslagen weten de studenten snel wat beter anders kan of moet.