Toegepaste voedings- en dieetleer van het kind (2006-2007)

De cursus start met de specifieke kenmerken en voedingsnoden van zuigelingen, peuters en kleuters. Vervolgens worden specifieke voedingsmiddelen voor zuigelingen en jonge kinderen besproken en gebruikt bij het opstellen van voedingsschema's. Vervolgens worden voedselovergevoeligheden , kinderobesitas en ondervoeding en stofwisselingsziekten besproken waarbij kindgerichte dieetadviezen worden uitgewerkt.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
De student kan hierbij commerciële productinformatie kritisch beoordelen De student kan een voedings-en dieetadvies communiceren naar een cliënt

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De voedings- en dieetkundige heeft een professionele houding.
  • C02 De voedings- en dieetkundige kan een gepast voedings- en dieetadvies opstellen om de gezondheid te behouden en bevorderen.
  • C03 De voedings- en dieetkundige begeleidt op adequate wijze verandering van voedingsgedrag om gezondheid te helpen bevorderen.
  • C04 De voedings- en dieetkundige is in staat om in alle fasen van toegepast wetenschappelijk onderzoek in verband met voeding mee te werken.
  • C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
  • C08 De voedings- en dieetkundige past wetenschappelijke inzichten toe bij het oplossen van voedings-en dieetproblemen.
Toelichting:
- Studenten integreren basiskennis voedingsleer met kennis over specifieke noden en kenmerken van zuigelingen, peuters en kleuters bij het opstellen van voedings-en dieetadviezen -Studenten kunnen het grote aanbod van commerciële producten voor zuigelingen en kinderen kritisch beoordelen -Studenten kunnen een verband leggen tussen verschillende voedingsgebonden ziekten die reeds op jonge leeftijd voorkomen en specifieke dieetadviezen - Studenten kunnen deze voedings-en dieetadviezen ook vertalen naar concrete voedselkeuzes bij eenvoudige casussen en hulpvragen - Studenten kunnen een gepast voedings-en dieetadvies geven en dit ook motiveren in een simulatie hulpverleningsgesprek

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op WWW
  • Andere: voedingsaanbevelingen en normen

B. Verplichte leermiddelen

Van Loo Marleen,2006,Toegepaste voedings-en dieetleer van het kind, Niet-gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel, 129 p, Productinformatie van firma's zuigelingenvoeding/dieetproducten Voedingscentrum,Stichting Nederlands voedingsstoffenbestand,2006, Nevo-tabel Websites en artikels waarnaar verwezen wordt in de cursus

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • oefenpracticum
  • discussieseminarie
  • groepswerk

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen

B. Omschrijving

Voor een verdere concretisering van de competenties en evaluatiecriteria verwijzen we naar de cursus. Tijdens de eerste examenperiode wordt via een schriftelijk gesloten boek examen vooral de voeding van een gezond kind bevraagd waarbij ook aandacht geschonken worden aan het formuleren van een gepast antwoord op een eenvoudige hulpvraag van een cliënt. Tijdens de tweede examenperiode krijg je een mondeling examen aangeboden. Je krijgt een theoretische vraag m.b.t. de geziene leerstof. Daarnaast moet je ook in staat zijn een dagmenu van een baby of peuter met een bepaalde aandoening aan te passen aan een gezond menu waarbij je ook rekening houdt met de dieetprincipes en een juist productengebruik. Je kan ook voorbeelden geven van producten die niet mogen gebruikt worden en en waar nodig vermeld je ook bereidingstips. Tenslotte moet je ook in staat zijn op een gepaste en correcte wijze een stofwisselingsziekte en het te volgen dieet te verduidelijken naar een cliênt toe.
OA:
06021600
Code:
06021600
Vakcoördinator:
Marleen Van Loo
Semester:
1+2
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands