Beeldende vorming (2006-2007)

Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op het programma. In dit opleidingsonderdeel krijg je inzicht in het ervaringsgericht onderwijs. Je verwerft kennis ivm materialen en technieken, je leert beschouwen, experimenteren, creëren en evalueren. Hier ontwikkel je attitudes die je nodig hebt om boeiende lessen in de beeldende vorming te kunnen geven in de lagere school. Creativiteit via nieuwe materialen en technieken verder ontwikkelen. Kijken naar beelden, met nadruk op beelden uit Beeldende Kunst vroeger en nu en in andere culturen. Inzicht verwerven in de evolutie in het beschouwen van beelden bij kinderen. Didactiek: -Zoeken naar boeiende combinaties van materie en inhoud, aansluitend bij de leefwereld van de kinderen. -Lesvoorbereidingen beeldende vorming maken.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
De student kan de verworven theoretische achtergrond en didactische vaardigheden aanwenden om een gevarieerd aanbod aan lessen beeldende vorming uit te werken voor het het lager onderwijs en deze ook realiseren.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
BACO 1 : als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: De studenten kunnen : * leerinhouden/leerervaringen vertalen in zinvolle opdrachten die aansluiten bij de leefwereld en motivatie van de kinderen, daarbij gebruik makend van de sociale en culturele diversiteit binnen de groep. BACO 2 : als opvoeder: * ervoor zorgen dat kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen. BACO 3 : inhoudelijk expert De studenten kunnen : * eigen creativiteit verder ontwikkelen en deze stimuleren bij anderen * beeldtaal van kinderen ontdekken en begrijpen. * beeldaspecten uitdiepen. * een boeiende beeldend aanbod uitwerken voor de lagere school waarbij een combinatie gemaakt wordt van materie en inhoud, aansluitend bij de leefwereld van de kinderen. BACO 4 : Als organisator: De studenten kunnen : * een gestructureerd werkklimaat bevorderen. * technieken, vaardigheden en werkwijzen aanwenden die te maken hebben met klasmanagement. * een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren. * voor de kinderen, gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel laten verlopen en een kindaangepast dagverloop opbouwen. * een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen. * uitdagende en veilige speel-, leer- en werkvoorzieningen inrichten in een lokaal. * een klas aangepast, aangenaam en functioneel inrichten. BACO 10 : Als cultuurparticipant De studenten kunnen : * actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen rond het cultureel-wetenschappelijke domein * werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met informatie rond deze thema's en ontwikkelingen De ondersteunende kennis omvat relevante informatiebronnen. Verder wordt aan de volgende attitudes gewerkt : * organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zodanig te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. * creatieve gerichtheid: erop gericht zijn om uit diverse situaties en informatiebronnen ideeën te genereren en deze op een originele manier gestalte te geven in een ontwikkelingsaanbod voor de kinderen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Leerstof en vaardigheden van 1BALO Het programma van het 1ste jaar wordt als uitgangspunt genomen.

A. Type

  • cursus

B. Verplichte leermiddelen

- Cursus van de lector - Leerplan Beeldopvoeding in de Basisschool 1999 - Bezoeken aan kunsttentoonstellingen - DADA: kunsttijdschrift voor kinderen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • labo en werkcollege

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

permanente evaluatie 70 % schriftelijk examen 30 %
OA:
11260852
Code:
11260852
Vakcoördinator:
Katrien Laeremans
Semester:
1+2
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands