De laagrisico baring: vroedkundige aspecten (2006-2007)

- Laagrisicobaring en kraambed. - Sytematische begeleiding van laagrisicobaring en kraambed - Verloskundige oefeningen en casuïstiek.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
De student ontwikkelt de boevenstaande competenties tijdens de lessen en aansluitende stages.

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Toelichting:
De student ontwikkelt de competenties tijdens de lessen en aanvullende stages.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De vroedvrouw heeft een fundamentele grondhouding van echtheid, empathie en onvoorwaardelijk respect.
  • C02 De vroedvrouw beschikt over het vermogen om, via reflexie, haar eigen identiteit te bewaken en uit te bouwen zowel binnen haar beroepsdomein als lid van de samenleving.
  • C03 De vroedvrouw kan evenwichtig voelen en denken; een evenwichtige persoonlijkheid en een kritisch, analytisch én integrerend denkvermogen vormen een onmiskenbare basis voor adequaat en methodisch verloskundig handelen.
  • C04 De vroedvrouw beschikt over sociale en communicatieve vaardigheden die haar in staat stellen respectvol om te gaan met individuele noden ongeacht de culturele en maatschappelijke achtergronden van de zorgvrager.
  • C05 De vroedvrouw beschikt over de competentie cliënten op een professionele manier te coachen en te begeleiden. Dit impliceert dat zij hen kan stimuleren, motiveren en feedback kan geven en ontvangen. Zij doet dit met respect voor de persoon binnen het kader van de processen die deze persoon doormaakt.
  • C06 De vroedvrouw heeft expliciete aandacht voor het belang en de betekenis van natuurlijke fysiologische processen tijdens de zwangerschap, de bevalling en de postnatale periode. Het is haar opdracht deze op een adequate wijze te beschermen, te observeren, te analyseren en het verdere verloop ervan in te schatten.
  • C07 De vroedvrouw is in staat de behoeften en verwachtingen van de cliënt in onderlinge dialoog te detecteren en te analyseren. Hierbij aansluitend kan zij de nodige informatie geven zodat de cliënt tot een bewust geïnformeerde keuze komt omtrent de te volgen benaderingswijze. Deze keuze dient door de vroedvrouw respectvol te worden benaderd.
  • C08 De vroedvrouw kan de cliënt de nodige vaardigheden aanleren zodat deze in staat is de gemaakte keuze optimaal te realiseren.
  • C10 De vroedvrouw heeft de expertise om, vanuit een holistisch referentiekader, de noodzakelijke, accurate en multidimensionele zorg te verlenen aan de cliënt. Zij is in staat deze zorg aan te passen aan de levensfase van de cliënt.
  • C11 De vroedvrouw kan reflecteren over de eigen praktijk en de bijhorende persoonlijke belevingsaspecten. Zij is in staat deze reflecties actief te integreren in de permanente ontwikkeling van haar beroepsactiviteit.
  • C12 De vroedvrouw beschikt over de competenties om zich via vakliteratuur permanent bij te scholen; daarenboven is zij zich terdege bewust van het belang van wetenschappelijk onderzoek en kan zij de impact hiervan adequaat plaatsen binnen de beroepsuitoefening.
  • C13 De vroedvrouw kent de wetgeving en het beleid met betrekking tot haar beroep en laat haar professionele activiteit door deze bepalingen sturen.
  • C14 De vroedvrouw levert een actieve bijdrage aan kwaliteitsbevorderende processen door de implementatie hiervan te ondersteunen en te bewaken.
  • C15 De vroedvrouw beschikt over de nodige sociaal-communicatieve competenties om het communiceren en samenwerken met anderen adequaat te realiseren.
  • C16 De vroedvrouw kan overleggen en beschikt over het inschattingsvermogen om de cliënt door te verwijzen wanneer nodig.
  • C17 De vroedvrouw is positief kritisch ingesteld om eigen handelen en dat van het team in vraag te stellen.
  • C18 De vroedvrouw kan zowel aan intra-, extra- als transmurale zorgverlening participeren.
  • C19 De vroedvrouw beschikt over de nodige managementsvaardigheden om de zorg voor de cliënt te coördineren.
  • C21 De vroedvrouw is competent om een project te organiseren in verband met gezondheid en welzijn.
Toelichting:
De student verwerft competenties om: - de verschillende fasen van de laagrisicobaring en kraambed systematisch te begeleiden. - verloskundige vaardigheden volgens de aangeleerde methoden uit te voeren. - aangeleerde denkprocessen in verloskundige casussen te hanteren, uit te werken en toe te passen. - multidisciplinair te overleggen en indien nodig door te verwijzen naar 2de lijnszorg. - aan zowel intra-, extra- als transmurale zorgverlening te participeren.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Zie competenties 1BaVr

A. Type

  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op leeromgeving
  • materiaal op WWW
  • handboek

B. Verplichte leermiddelen

Cursus: Luc Meeuwis, 2006-2007. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout. Lief De Meyer, 2006-2007. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout. Boeken: HEINEMAN e.a. (2002). Obsterie en gynaecologie: de voortplanting van de mens. Maarssen: Elsevier/Bunge. Internet: Evidenced based richtlijnen

C. Aanbevolen leermiddelen

Vroedkundige literatuur/sites worden rekening houdend met de actualiteit en onderwerp tijdens de lessen aanbevolen.

A. Types

  • hoorcollege
  • oefenpracticum
  • begeleide zelfstudie
  • labo en werkcollege
  • discussieseminarie
  • stage

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen

B. Omschrijving

Tijdens het academiejaar wordt minimum één proefexamen laagrisicobaring vroedkundige aspecten georganiseerd.
OA:
09285301
Code:
09285301
Vakcoördinator:
Lief De Meyer
Semester:
1
Studiepunten:
4
Onderwijstaal:
Nederlands