Methodische dialoog (2006-2007)

Methodische dialoog leert de studenten om enkele fundamentele basisvaardigheden te hanteren vanuit de waardeposities en de visie van het beroep. De nadruk wordt gelegd op de vaardigheden positief benoemen en doorvragen. Het leren hanteren van algemene verslaggeving waarbij hulpmiddelen gebruikt worden om de situatie te beschrijven zoals het werken met een genogram, het opmaken van een tijdslijn, verslag van een gesprek met de cliënt en een hulpverleningsplan opstellen. In het gefaseerd methodisch werken wordt de basishandelingsstructuur aangeleerd: een eerste contact met cliënten en een eerste exploratie. Vervolgens het uitdiepen en analyseren van de huidige situatie, het uitwerken van de gewenste situatie, de doelen formuleren en contracteren, de hulpverlening plannen en tenslotte evalueren en afsluiten van de hulpverlening. Er wordt een integrale oefening gemaakt waarbij een volledige cliëntsituatie vanuit de basishandelingsstructuur wordt uitgewerkt. Eveneens wordt dossiervorming aangeleerd. Andere vormen van specifieke verslaggeving met o.a. een adviesrapport, aanwervingverslag, vormingsrapport komen ook aan bod. Ook bijzondere aandacht voor de methodiek van verwijzen.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De MA kan zich binnen functionele relaties authentiek verbinden met mensen en groepen.
  • C02 De MA kan interacties tussen mensen in hun context beschrijven en analyseren vanuit een generalistisch perspectief.
  • C03 De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten.
  • C04 De MA integreert de ethische dimensie in zijn handelen.
  • C07 De MA werkt aan zijn verdere professionalisering binnen een perspectief van levenslang leren en zich ontwikkelen.
  • C09 De MA maakt mensen wegwijs in het netwerk van sociale organisaties , sociale voorzieningen en sociale arrangementen.
Toelichting:
C1. De MA kan zich binnen functionele relaties authentiek verbinden met mensen en groepen. C1.1 De MA gaat actief en bewust om met intermenselijke processen C1.2 De MA kan omgaan met culturele en subculturele verschillen. C1.3 De MA toont zichzelf helder en open in de communicatie met de ander. C1.4 De MA kan de ander ruimte geven en zelf ruimte innemen. C1.5 De MA kan de ander in beweging brengen en laat zich door de ander bewegen. C2. De MA kan interacties tussen mensen in hun context beschrijven en analyseren vanuit een generalistisch perspectief. C2.1 De MA beschrijft en analyseert sociale situaties integraal. C2.2 De MA rapporteert zo, dat hij de informatie voor alle betrokkenen verstaanbaar, acceptabel en betekenisvol kan maken. C3. De MA kan agogisch handelen met de inzet van algemeen menswetenschappelijke en praktijktheoretische kennis en inzichten. C3.1 De MA werkt methodisch verantwoord aan verandering C3.2 De Ma werkt wetenschappelijk en praktijktheoretisch verantwoord aan verandering C3.3 De Ma kan elke stap in zijn methodisch handelen kritisch verantwoorden tav. zichzelf, zijn doelgroep en zijn collega's C3.4 De Ma ontwikkelt de kwaliteit van zijn agogisch handelen doelbewust C4: De MA integreert de ethische dimensie in zijn handelen. C4.1 De MA kan een ethisch discours voeren over zijn handelen C4.2 De MA stuurt zijn handelen bewust vanuit de fundamentele waarden van het beroep: · sociale rechtvaardigheid en solidariteit · autonomie en zelfbeschikking · eerlijkheid C7. De MA werkt aan zijn verdere professionalisering binnen een perspectief van levenslang leren en zich ontwikkelen. C9. De MA kan mensen wegwijs maken in voorzieningen en in rechten en plichten. De MA hanteert de sociale kaart en interpreteert de rechtsmiddelen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Elementaire sociale vaardigheden: communicatie, verbaal en non-verbaal gedrag, gespreksvoering, werken in groep, feedback geven en krijgen, assertiviteit,… Basis agogisch plan. Authenticiteit en de fundamentele waarden van het beroep. Schriftelijke communicatie.

A. Type

B. Verplichte leermiddelen

Vandersmissen Carine, Werkermodule. Methodische dialoog. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel, 2006, 168p. Oefenmateriaal - casussen - eigen stage-ervaringen en stage-impulsen van studenten

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie
  • oefenpracticum

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie
  • praktische proef

B. Omschrijving

OA:
04231140
Code:
04231140
Vakcoördinator:
Carine Vandersmissen
Semester:
1
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands