De term biotechnologie omvat het technologisch beheersen van levende organismen om daarmee een bepaald doel te bereiken, zoals bijvoorbeeld de productie van een geneesmiddel of een levensmiddel. De cursus spitst zich toe op gentechnologie, ook wel recombinant DNA technologie genoemd. De technieken worden besproken die gebruikt worden om eigenschappen of functies van cellen te wijzigen door veranderingen in het genetisch materiaal aan te brengen. Een aantal toepassingen in de landbouw-, tuinbouw en voedingssector worden uitgediept.
Verder wordt ook een overzicht gegeven van de recente wetgeving inzake genetisch gemanipuleerde organismen. Er wordt een antwoord gegeven op vragen zoals " welke genetisch gemodificeerde gewassen of producten zijn toegelaten op de (Europese) markt", "welke stappen houdt een toelatingsprocedure in", "hoe kan nagegaan worden of een product genetisch gemodificeerd is", enz.
Tot slot worden de ethische aspecten verbonden aan genetische manipulatie toegelicht. Dit moet de student in staat stellen om zich een eigen oordeel te vormen over de verschillende toepassingen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 03. In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
Studenten kunnen gentechnologie situeren ten opzichte van klassieke veredeling.
Studenten kunnen transformatie- en moleculaire identificatietechnieken bespreken.
Studenten kunnen toepassingen in de landbouw-, tuinbouw- en voedingssector geven en toelichten.
Studenten kunnen een persoonlijke visie ontwikkelen en uiteen zetten over het gebruik van genetisch gewijzigde organismen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Studenten moeten weten hoe een microbiële, plantaardige en dierlijke cel functioneert. Studenten moeten kennis hebben over hoe cellen in cultuur gebracht en gehouden kunnen worden en over de basistechnieken die in de moleculaire biologie gebruikt worden.
A. Type
- handboek
- materiaal op leeromgeving
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Powerpoint slides bij de lessen, beschikbaar op Toledo.
C. Aanbevolen leermiddelen
Nicholl, D.S.T. (2002). An introduction to genetic engineering. Cambridge: Cambridge University Press.
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving